Bijna een jaar hing er een zwaard van Damocles boven het hoofd van browser Chrome. De browser, marktleider, zou mogelijk niet langer eigendom mogen zijn van Google. Nog voor de rechter uitspraak had gedaan, bracht AI-bedrijf Perplexity al een bod uit van 34,5 miljard dollar. Deze week kwam de uitspraak van de rechter en wat blijkt: Chrome mag gewoon onderdeel van Google blijven.
Hebben we dit eerder gezien? Ja, hetzelfde speelde ooit bij Microsoft en Internet Explorer, en ook toen kwam het niet tot een afsplitsing. Inmiddels bestaat de Microsoft-browser al jaren niet meer. Beide rechtszaken duurden lang en er is nog een overeenkomst: tijdens de periode van de rechtszaak wisselde de regering van de VS van politieke kleur. Ook bijna 25 jaar geleden leek het een met het ander te maken te hebben. Er kwam een schikking in die rechtszaak en Microsoft hoefde geen bedrijfsonderdelen af te stoten. De zaak rond Google en Chrome is nog niet afgerond, maar de optie van het afstoten van Chrome en Android veegde de rechter wel van tafel. Waarom eigenlijk?
Rechter: illegaal monopolie
In augustus vorig jaar oordeelde de federale rechter Amit Mehta dat Google een illegaal monopolie heeft op de zoekmachinemarkt. Deze uitspraak vormt de basis voor een vervolgprocedure over mogelijke maatregelen tegen de techgigant. In oktober vorig jaar kwam naar buiten dat het Amerikaanse ministerie van Justitie overwoog om de rechtbank te vragen Google op te splitsen. Zo zouden bijvoorbeeld Chrome, Android en de Play Store mogelijk los moeten komen van Google. De gedachte was dat Google die diensten dan niet langer zou kunnen gebruiken om zijn zoekmachine voor te trekken.
In november vorig jaar diende Justitie een officieel voorstel in bij de rechtbank om Google te dwingen Chrome af te splitsen. Mogelijk moest dit ook gaan gelden voor mobiel besturingssysteem Android. De gevolgen van zo'n splitsing zouden ingrijpend zijn voor het grote Google zelf en voor de techmarkt. Chrome is al jarenlang de dominante browser op internet en die zou een nieuwe eigenaar krijgen.
Nu, enkele maanden en een presidentswisseling in de Verenigde Staten later, staan de zaken er heel anders voor. De opsplitsing van Google is van de baan: het bedrijf hoeft Chrome en Android niet af te splitsen, oordeelt rechter Mehta. Een gedwongen verkoop van Chrome zou niet de hele monopoliepositie corrigeren die Google heeft, aldus rechter Mehta.
Zelfs de door Justitie opgevoerde expert Tasneem Chipty meent dat Chrome afsplitsen niet de marktdominantie van Google zou wegnemen. In ieder geval niet op de korte termijn, schrijft de rechter. In haar getuigenis schatte Chipty dat Google zonder Chrome 7 procent marktaandeel zou verliezen aan concurrenten. De antitrustexpert ondermijnt daarmee de insteek van Justitie dat de afscheiding van Chrome het definitieve einde zou zijn van het zoekmonopolie van Google.
Het is niet zozeer het bezit van Chrome dat Google heeft geholpen om zijn dominante zoekmachinepositie te behouden, stelt de rechter. Het is de grip van Google op zijn zoekmachine als standaardinstelling in Chrome die daarvoor heeft gezorgd. De rechter schrijft dat de standaardinstelling van Google als zoekmachine in Chrome 'ongetwijfeld bijdraagt aan Googles dominantie' op zoekmachinegebied.
Veel verkeer naar Google Search komt vanaf Chrome, maar veel meer verkeer komt vanaf andere bronnen. Die andere bronnen van zoekverkeer komen voort uit de instelling van Googles zoekmachine als standaard in andere software. Naast alternatieve browsers als Firefox omvat dit bijvoorbeeld Android, zoals geleverd door diverse smartphonefabrikanten. Google dwingen om Chrome en Android af te stoten, zou volgens de rechter niet het gewenste effect hebben.
Chrome verkopen: een te zware maatregel
Bovendien, zo argumenteert rechter Mehta, is gedwongen afsplitsing een zwaar middel. Een hogere rechtbank bepaalde eerder al dat een rechter zo'n ingrijpende maatregel alleen met grote terughoudendheid mag opleggen, deels omdat de doeltreffendheid op de lange termijn zelden zeker is. Alleen als lichtere maatregelen niet volstaan, mag het.
De aanklagers van het Amerikaanse ministerie van Justitie toonden niet overtuigend aan dat andere maatregelen geen of onvoldoende effect zouden hebben. Verder slaagden de aanklagers er niet in een duidelijk oorzakelijk verband aan te tonen tussen Chrome en het illegale zoekmachinemonopolie om de structurele remedie van afsplitsing te rechtvaardigen.
Rechter Mehta meent dat er wel degelijk andere, effectieve mogelijkheden zijn om Google als zoekmachinemonopolist te beteugelen. Hij kijkt daarbij naar de deals die Google sloot met uiteenlopende bedrijven. Die exclusieve overeenkomsten zouden significant hebben bijgedragen aan het behoud van de monopoliemacht van Google.
De monopoliepositie van de veelgebruikte zoekmachine is volgens de rechter ook te danken aan niet-illegale dingen die Google heeft gedaan, zoals de hoge kwaliteit van de zoekmachine, de consistente innovaties die het bedrijf doorvoert, de investeringen in personeel, het strategisch vooruitkijken en de grote naamsbekendheid. Wat dat laatste betreft, wordt 'googlen' in de volksmond al jaren gebezigd voor 'zoeken op internet'.
Nadelig voor gebruikers, internationaal
Afsplitsing van Chrome en Android zou een nadelig effect op consumenten kunnen hebben, stelt de rechter. Het is aannemelijk dat de kwaliteit van de browser en het besturingssysteem achteruit zouden gaan door de complexe operatie van loskoppeling van Google en de diverse geavanceerde back-endsystemen waar Chrome en Android afhankelijk van zijn.
Een afgesplitst Chrome zou minder goed zijn dan het huidige Chrome en dat benadeelt gebruikers, zo redeneert Mehta. Dit zou ook gelden voor het opensourceproject Chromium, waarmee andere software en gebruikers daarvan worden geraakt. Hetzelfde is van toepassing op Android en het achterliggende Android Open Source Project (AOSP). "De remedie past dus niet op de misstand", concludeert de rechter (pagina 119).
Bijkomend detail is nog dat de aanklacht tegen Google gaat over de Verenigde Staten. Alle betrokken partijen zijn het daarover eens, schrijft de rechter in zijn oordeel. "Chrome is niet geografisch beperkt. De overgrote meerderheid − meer dan 80 procent − van de maandelijks actieve gebruikers bevindt zich buiten de Verenigde Staten." Een gedwongen afsplitsing van Chrome zou wereldwijd gevolgen hebben en de aanklagers hebben het internationale karakter niet opgenomen in hun voorstel. Ook voor Android is dit van toepassing. Voor Android geldt dat misschien nog wel meer, want op het gebied van mobiele besturingssystemen is iOS marktleider in de VS, niet Android.
Andere, wel effectieve maatregelen
De rechter ziet wel heil in andere maatregelen om Google aan te pakken. Die andere maatregelen zijn het verbieden van exclusieve contracten voor het instellen en verspreiden van diverse Google-diensten en -producten. Dit omvat Googles zoekmachine, webbrowser Chrome, Google Assistant en de AI-dienst Gemini.
Google mag voor die diensten en producten geen exclusieve contracten meer sluiten en ook bestaande overeenkomsten niet meer aanhouden. Het gaat om deals met voorwaarden die neerkomen op koppelverkoop en omzetdeling op basis daarvan. Dit betreft bijvoorbeeld verplichtingen voor smartphonemakers die de Play Store willen op hun Android-toestellen om ook Google Search in te stellen en Chrome mee te leveren.
De vraag is hoeveel zin dat heeft. Zoals de rechter zelf concludeerde, vinden veel gebruikers Google simpelweg de fijnste zoekmachine in gebruik. Chrome is voor veel mensen hun standaardbrowser, dus het is logisch om die ook op de smartphone te willen hebben. Het installeren van alternatieven daarvoor levert smartphonemakers dus geen voordeel op bij hun klanten, omdat de alternatieven niet per se populairder zijn. Anders gezegd: smartphonemakers zetten Google Search en Chrome op hun Android-telefoons niet omdat Google hen dwingt, maar ook omdat gebruikers dat vragen. Mehta erkent dat ook in de uitspraak.
Voor Gemini ligt dat anders. De rechter ziet AI-chatbots duidelijk als een gedeeltelijke vervanger voor zoekmachines. Mehta noemt de opkomst van generatieve kunstmatige intelligentie zelfs de grootste verandering sinds de uitspraak in de zaak een jaar geleden. "Diensten met generatieve AI hebben mogelijk impact op het gebruik van zoekmachines", aldus Mehta. "Een AI-chatbot heeft als functie om prompts waarin gebruikers informatie zoeken te beantwoorden. En in dat opzicht is generatieve AI een mogelijke bedreiging voor Googles dominantie op de zoekmachinemarkt." Deze conclusie lag al voor de hand na de getuigenis van Apple-topman Eddy Cue in deze zaak. Hij zei dat zoekopdrachten via Google in browser Safari voor het eerst afnamen en dat dat komt door AI-chatbots. Google heeft weliswaar met Gemini een AI-chatbot, maar er is veel concurrentie van onder meer OpenAI's ChatGPT, Anthropics Claude en Perplexity.
Google mag nog wel overeenkomsten sluiten en betalingen doen voor het instellen, leveren, positioneren of integreren van zijn diensten of producten. Alleen moet dat voortaan 'per stuk' zijn. Het afkappen van betalingen door Google zou volgens de rechter 'aanzienlijke en in sommige gevallen verpletterende schade veroorzaken' bij partnerbedrijven, gerelateerde markten en uiteindelijk ook consumenten.
Gedwongen datadeling met concurrenten
Naast verboden legt rechter Mehta nu ook verplichtingen op aan Google. Het bedrijf moet bepaalde data gaan delen met een selecte groep van concurrenten. Deze zogeheten gekwalificeerde concurrenten krijgen dan toegang tot bepaalde data zoals Googles zoekindex en gebruikersinteracties. Gevoelige data over bijvoorbeeld online advertenties en zoekopdrachten vallen hier niet onder. Dit gedwongen delen van datasets moet Google de vruchten van zijn illegale gedrag ontnemen en tegelijkertijd concurrentie bevorderen.
Een andere verplichting voor Google die meer concurrentie op gang moet brengen, is het aanbieden van syndicatiediensten voor zoekopdrachten en online advertenties. Daarmee moeten andere bedrijven goede zoekresultaten en passende advertenties kunnen serveren aan gebruikers. Ondertussen kunnen die concurrenten dan eventuele eigen zoektechnologie en -mogelijkheden verbeteren. Deze nieuwe syndicatie voor Search moet wel volgens normale commerciële voorwaarden worden aangeboden, in lijn met huidige syndicatiediensten van Google. Een nog op te zetten technische commissie gaat toezien op de uitvoering en naleving van de verboden en verplichtingen die de rechter oplegt aan de veroordeelde monopolist.
In de uitspraak komen ook alle overeenkomsten aan het licht die Google heeft gesloten. Een van de opvallende: Google en Apple hebben een overeenkomst voor het aanbieden van Google Lens op iPhones. Google betaalt Apple een deel van de advertentieomzet in ruil voor het mogen aanbieden van Lens op iOS.
Een ander feitje uit de uitspraak: Circle to Search, een manier om dingen op het scherm te omcirkelen en ernaar te zoeken, zit in het Android Open Source Project. Fabrikanten kunnen de functie implementeren en een andere zoekmachine gebruiken. Dat is tot nu toe niet gebeurd.
Wordt vervolgd?
Apple kan miljarden van Google blijven vangen voor Google Search op iPhones en iPads. Webbrowser Firefox blijft voor zijn bestaan afhankelijk van de deal met Google. Mehta heeft geconcludeerd dat de gevolgen van die dingen verbieden te groot zouden zijn voor bijvoorbeeld Mozilla, terwijl de impact op het monopolie van Google juist klein is.
Maar Google heeft niet helemaal vrij spel. Al met al vormt de rechter nu een combinatie van corrigerende maatregelen die Google zelf heeft voorgesteld en oplossingen die het Amerikaanse ministerie van Justitie heeft gevraagd. De Google-voorstellen worden volledig meegenomen en die van de aanklagers voor een deel. De strijdende partijen hebben op 10 september een bijeenkomst waarin ze het nu gevelde oordeel bespreken. Daarna zal de rechter een definitief oordeel opstellen. Google en Justitie kunnen nog in beroep gaan. De techreus moet daar nog een besluit over nemen, maar Justitie claimt een overwinning en zegt al wel vervolgstappen te overwegen.
Redactie: Jasper Bakker, Arnoud Wokke • Eindredactie: Monique van den Boomen