Hazelight: co-opgames als specialiteit
Split Fiction
Split Fiction is de opvolger van It Takes Two en dat was de beste co-opgame van de laatste jaren. Dat hoge niveau houdt Split Fiction vast. De game is net wat minder verrassend, omdat je veel gameplayelementen eventueel herkent uit It Takes Two, maar in variatie en originaliteit gooit de game hoge ogen. De game speelt lekker en is ontzettend leuk. Split Fiction barst van de humor en originele, prachtig bedachte en vormgegeven werelden, waarin met name hoofdrolspeelsters Zoe en Mio een mooi verhaal neerzetten. Als je wel eens co-opgames speelt, was It Takes Two een game die je absoluut gespeeld moet hebben en Split Fiction kun je nu ook aan je lijstje toevoegen.
Wat is er leuker dan samen op de bank gamen? We leven in een tijd waarin alles en iedereen continu met elkaar in verbinding kan staan en waarin online samenspel voor velen de norm is geworden. Toch blijft het aloude ‘couch co-op’ mooier, magischer. Er gaat niets boven samen in de lach schieten, samen reageren op wat de game je voorschotelt en elkaar uitlachen: allemaal zoveel leuker als je naast elkaar zit. It Takes Two zette in 2021 een nieuwe standaard. De game, die verplicht samen gespeeld moet worden, verraste alles en iedereen met zijn gameplay en originele leveldesign en sleepte aan het einde van dat jaar een flinke lading awards in de wacht. Met Split Fiction krijgt dat spel een opvolger en dat is bij voorbaat al goed nieuws voor alle co-opbuddies die elkaar nu weer kunnen gaan opzoeken.
Voor mij begint dit verhaal eigenlijk al langer geleden. Op EA Play, het evenement dat EA jarenlang organiseerde in de E3-week in Los Angeles, interviewde ik in 2017 Josef Fares voor A Way Out. Dat was de eerste game die Fares met zijn eigen studio Hazelight Studios maakte, ook toen al onder het EA Originals-label van Electronic Arts. In die tijd werkte de gamemaker al hard om zijn visie over te brengen op, in dit geval, aanwezige journalisten. Fares maakte een game die van begin tot eind in co-op gespeeld moest worden, het liefst door dezelfde twee spelers. “Je kijkt een film toch ook niet tot de helft met een persoon, om het tweede stuk daarna met iemand anders te kijken?” Het betoog klonk toen al logisch. Inmiddels weten we dat A Way Out wisselend werd ontvangen, maar de geleerde lessen hebben geholpen om opvolger It Takes Two naar grote hoogten te stuwen. Je kunt de preview over A Way Out nog eens teruglezen. Het stuk is bijna acht jaar oud, maar geeft nog steeds een aardig inkijkje in hoe Fares in elkaar zit.
It Takes Two was dus best wel ‘een ding’. De game werd Game of the Year bij de Game Awards in 2021. Mooi natuurlijk: een relatief kleine studio met een game die op voorhand nooit gold als potentiële topper en alle grote games het nakijken geeft. Maar belangrijker: het was terecht. Zelden heb ik een game zo vaak bij anderen aangeraden als It Takes Two. De spoeling is tegenwoordig namelijk vrij dun als het gaat om echt goede co-opgames.
Het geheim van It Takes Two was een unieke combinatie van op samenwerking gerichte gameplay, humor en zeer origineel leveldesign. Er zijn genoeg games die je samen laten spelen, maar die zijn anders. Co-op is bijvoorbeeld vaak optioneel. Dat beperkt wat je kunt doen in de gameplay, want als maker kun je dan niet ervan uitgaan dat elke speler beschikt over een co-oppartner. It Takes Two kon dat wél en dus kunnen puzzels en gameplayuitdagingen altijd draaien om samenwerking. Daarnaast is de game volwassen. Best veel games die gemaakt zijn voor co-op blijven in hun opzet vrij simpel, maar It Takes Two is uitdagend. Het is leuk voor minder geoefende gamers, maar die zullen af en toe echt even zoet zijn met het platformen in de game. Dat is een groot pluspunt. It Takes Two laat ook hen alle obstakels overwinnen, zonder iets simpeler te maken dan nodig is.
Friends Pass
Split Fiction pakt vooral door op dat concept. De basisingrediënten zijn hetzelfde: ook deze game moet verplicht door twee personen tegelijk gespeeld worden. Dat kan lokaal, maar ook online. Zoals al aangehaald is naast elkaar op de bank altijd leuker; speel je deze game echter toch online, dan heb je wel het voordeel dat je co-oppartner de game niet per se ook hoeft te hebben. Als je Split Fiction koopt, kun je naar een ander account een Friends Pass sturen. Daarmee kan de ander meespelen zonder de game zelf te bezitten. Dit had It Takes Two ook al, maar het kan geen kwaad het nog even aan te stippen. Speel je eerst op een Friends Pass met iemand mee, maar koop je de game daarna alsnog zelf? Dan kun je de voortgang van wat je op de Friends Pass gespeeld hebt gewoon meenemen naar je eigen game.
Carte blanche voor oneindig veel creativiteit
Net als in It Takes Two wordt de hoofdrol gedeeld door twee personages. Dit keer draait het verhaal om de twee jonge schrijfsters Zoe en Mio, die op bezoek zijn bij Rader Publishing in de veronderstelling dat ze een uitgeefdeal komen tekenen. Dat blijkt echter niet het geval: Zoe en Mio maken deel uit van een groep schrijvers waarmee Rader een nieuwe machine wil testen. Die machine brengt personen in een soort slaapstatus, maar belangrijker: hij leest hun ideeën uit en laat de schrijvers dan rondlopen in de verhalen en werelden die ze zelf hebben bedacht. Het deed me ergens een beetje denken aan de Animus uit Assassin’s Creed, zeker omdat Rader er Abstergo-achtige trekjes op nahoudt, maar dat terzijde.
Argwaan
Terwijl de proefpersonen klaarstaan en medewerkers van Rader ze een voor een in hun ‘pod’ brengen, krijgt Mio argwaan. Ze wil niet meer meewerken en de test verlaten, maar wordt tegengehouden door directeur J.D. Rader. Ze worstelen wat en door die worsteling gebeurt er iets waarmee niemand vooraf rekening had gehouden: Mio belandt per ongeluk bij Zoe in haar pod. Probleem: de machine is bedoeld om één persoon tegelijk te bevatten om dan diens verhalen en ideeën uit te lezen. Twee personen tegelijk is niet de bedoeling, maar kennelijk dus wel mogelijk. Het zorgt echter voor allerlei problemen, zowel voor Zoe en Mio als voor de mensen van Rader Publishing. Voor de speler betekent het vooral dat hier een verhaal begint waarin werelden van Zoe en van Mio elkaar steeds afwisselen.
:strip_exif()/i/2007303044.jpeg?f=imagearticlefull)
Laten we even uitzoomen en de setting van Split Fiction zien voor wat die is: een vrijbrief voor de ontwikkelaars om allerlei gekke en originele werelden te bedenken, die dan als level in Split Fiction verwerkt kunnen worden. De machine van Rader leest immers de ideeën van Zoe en Mio uit. Alles wat zij ooit bedacht hebben, kan voorbijkomen. Dat biedt ultieme vrijheid, want elk level brengt een nieuwe setting met een nieuw verhaal en nieuwe regels voor de gameplay. Wie It Takes Two heeft gespeeld, weet al dat Hazelight wel raad weet met origineel leveldesign en het is goed om te zien dat de makers de carte blanche die de setting biedt ten volle benutten. Ik betwijfel of ik ooit een game heb gespeeld met zoveel uiteenlopende werelden en soorten gameplay als Split Fiction.
Dansende aap
Die werelden kom je op verschillende manieren tegen. Centraal staat een achttal lange levels, die deels uit de koker van Zoe en deels uit die van Mio komen. De verhalen van Zoe hebben steeds een fantasysetting, terwijl die van Mio sciencefiction zijn. Dat alleen al zorgt voor fijne afwisseling. Het ene moment wandel je in de ruimte, terwijl je even daarna op een draak vliegt of het aan de stok hebt met een dansende aap. Ja, echt.
:strip_exif()/i/2007303082.jpeg?f=imagearticlefull)
Dat is echter niet waar Split Fiction op zijn best is. De lange levels zorgen voor de beste gameplay, maar de humor en originaliteit die je in de Side Stories tegenkomt maken Split Fiction écht bijzonder. Hierin gaat het alle kanten op. Er is een Side Story waarin je als varkentje speelt, waarbij mijn varkentje stukjes kon vliegen door regenboogscheten te laten. In een ander level speel je beide als tand, rondlopend in een snoepwereld. Weer ergens anders kun je een potje snowboarden en ook kom je terecht in een verhaal waarin je rondloopt in een schetsboek en waarin de onderdelen van dat verhaal live gewijzigd worden. Er komt dan een potlood in beeld dat nieuwe elementen tekent of een gum die juist dingen weghaalt: erg stijlvol en erg origineel.
Confronterend
Ook de grotere levels bevatten verrassende en originele momenten, maar de Side Stories stelen toch de show. Het is daarbij goed om te zien dat Hazelight Studios niet bang is om af en toe lekker confronterend te zijn. Ik ga natuurlijk niet verklappen hoe dat zit, maar wie It Takes Two heeft gespeeld, kan zich ongetwijfeld de scène met het olifantje Cutie nog wel herinneren. Ik heb in mijn leven uren en uren aan allerlei harde, gewelddadige scènes gezien, maar op de een of andere manier deed de passage waarin een speelgoedolifantje naar haar dood wordt geleid me een stuk meer. Enfin, als je weet over welke scène ik het heb, dan weet je een beetje wat je ook in Split Fiction kunt verwachten.
:strip_exif()/i/2007303062.jpeg?f=imagearticlefull)
Gameplay: tikkie bekend, maar nog steeds leuk
Op het gebied van gameplay is Split Fiction dus heel veelzijdig, maar in de basis is dit toch vooral een platformgame. Springen, rennen, double jump dash, wallruns, zwaaien aan je grapplinghook: het zit er allemaal in en komt zeker in de langere levels veelvuldig terug. Daarnaast zijn er veel puzzeltjes die je samen moet oplossen. Dat heeft twee functies: het is leuk om samen te kijken hoe je verder moet, maar het zorgt er ook voor dat de ene speler niet te ver voor komt te liggen op de andere speler. Je komt steeds vrij snel weer op een punt waar je de ander nodig hebt om verder te kunnen gaan, bijvoorbeeld omdat je daar dan tegelijkertijd een knop moet indrukken om een deur te openen.
Lastiger dan It Takes Two
Dat is natuurlijk geen toeval. Split Fiction is een game die zich uitstekend leent om samen gespeeld te worden door gamers van verschillende niveaus. Dat is op zichzelf al best bijzonder, want ga maar na: hoe leuk is het om bijvoorbeeld FC25 te spelen met iemand die dat veel minder goed kan dan jij? Samenwerken, elkaar helpen en aanwijzingen geven leent zich daarvoor veel beter. Natuurlijk staat de betere van de twee gamers van tijd tot tijd dan wel even te wachten op de ander, die dan wat meer moeite heeft met de platformelementen.
Split Fiction gaat hierin zelfs nog wat verder dan It Takes Two. Zo is er een stuk waar je achter elkaar aan wallrunt, terwijl je beurtelings een gat moet maken in krachtvelden waar je niet doorheen kunt rennen. De een kan de blauwe krachtvelden openen en de ander kan de rode openen. Beide spelers moeten dus steeds op tijd het volgende gat maken, zodat ze er samen doorheen kunnen. Lukt dat een van beiden niet, dan moeten ze het allebei opnieuw proberen, want zonder elkaar kun je niet verder. De snelheid en het gevoel voor timing die hier soms nodig zijn, maken de game af en toe best pittig.
:strip_exif()/i/2007303130.jpeg?f=imagearticlefull)
Gelukkig is Split Fiction een vergevingsgezinde game. Dit is geen spel dat ontworpen is om spelers tot het uiterste te testen. Voor geoefende spelers is het allemaal heel goed te doen. De baasgevechten zijn af en toe lastig, maar vooral omdat je soms even moet uitvogelen wat je nou precies moet doen. Het is ook vaak zo dat je even moet wachten voordat je echt iets kunt terugdoen. Vaak is het verslaan van een baas een kwestie van allerlei aanvallen ontwijken, om daarna samen te werken om zo’n baas schade toe te brengen. Heb je door wat je moet doen, dan zijn de gevechten over het algemeen niet zo moeilijk meer. Het platformen en de uitdagingen die daarbij horen zijn eigenlijk lastiger dan de baasgevechten.
Wachten
Verder staat in de gameplay van Split Fiction trial-and-error ook vaak centraal. Scènes die snel gaan doe je af en toe gewoon eerst even fout, tot je doorhebt wat je nou precies moet doen. Dat beide spelers vaak andere taken krijgen draagt daaraan niet per se bij, want elke speler moet dan zelf uitvinden wat die moet doen. Daarbij kan het best zo zijn dat de moeilijkere stukjes net bij de minder geoefende gamer terechtkomen, waardoor de ander dus even moet wachten. Dat hoort er nu eenmaal bij in games van Hazelight Studios. In geval van nood is er nog de optie om een stuk gameplay over te slaan en direct naar het volgende checkpoint te gaan. Dat doe je natuurlijk niet, maar het kán wel en is wellicht soms een fijne uitkomst als de irritatiefactor wat te hoog wordt.
:strip_exif()/i/2007303126.jpeg?f=imagearticlefull)
In het feit dat de inhoud van de game verschilt voor Zoe en Mio zit nog iets opvallends. Smaken verschillen natuurlijk, maar mijn co-oppartner en ik waren toch wel van mening dat Mio in veel levels de net wat ‘coolere’ features toebedeeld kreeg dan Zoe. Zo is er een drakenlevel waarin Mio’s draak al veel eerder kan vliegen dan Zoe’s draak. Dat is gewoon vetter dan een draak die al rollend dingen omver kan beuken. Het is niet erg als dat één keer zo is, maar Mio kreeg in onze ogen net wat vaker de coole taakjes. De oplossing voor dit eventuele probleem: speel hem gewoon twee keer. Ik heb It Takes Two in de loop der jaren drie keer gespeeld en Split Fiction heeft dezelfde potentie om vaker gespeeld te worden. Dus mocht je inderdaad ook vinden dat de ene rol net wat leuker is dan de andere, speel ze dan gewoon allebei een keer.
Gameplay bekend uit It Takes Two
Het enige dat zo’n volgende speelsessie misschien in de weg staat, is dat Split Fiction mogelijk net wat minder fris aanvoelt dan It Takes Two. Dat is met name een risico als je onlangs It Takes Two nog een keer hebt gespeeld. Ik had dat toevallig recent gedaan en dan valt op dat veel gameplayelementen uit dat spel opnieuw gebruikt zijn voor Split Fiction. Daardoor worden sommige puzzels een tikje voorspelbaar. Je bent dan net iets te goed gewend aan hoe de gameplay van It Takes Two werkt en in welke richting je een beetje moet denken rond samenwerken. It Takes Two profiteerde van een aardige verrassingsfactor; die luxe heeft Split Fiction niet meer.
Dat deert uiteindelijk gelukkig maar weinig. Ik had met name de eerste uren dat ‘o, dit is best hetzelfde als It Takes Two'-gevoel, maar dat verdween na een tijdje. Dat komt omdat Split Fiction voldoende nieuwe elementen toevoegt aan de gameplay, maar ook omdat die gameplay continu van hoog niveau is. Dat is knap: de gameplay is behoorlijk divers, maar of je nou draakjes bestuurt in een soort Diablo-achtig isometrisch perspectief of even lekker aan het snowboarden bent, het komt allemaal prima uit de verf.
Origineel, scherp en kleurrijk
Het ontwerp van de spelwereld was voor It Takes Two een sterk punt. Je speelde in dat spel een echtpaar dat veranderd werd in kleine speelgoedpoppen. Daarbij veranderden alledaagse omgevingen zoals een schuur, een boom of een kinderkamer in levels, die voor kleine poppetjes toch behoorlijk groot waren. Natuurlijk namen de makers in die levels wat creatieve vrijheid, maar Split Fiction is niet gebonden aan de beperkingen van één specifieke omgeving. Per keer dat er een ander verhaal wordt geladen via de machine van Rader, kom je in een totaal andere wereld terecht en dat is goed voor de variatie.
:strip_exif()/i/2007303132.jpeg?f=imagearticlefull)
Die variatie, maar vooral de humor en originaliteit die je vindt in de levels en Side Stories stelen wat mij betreft echt de show. Ik heb meermaals hardop gelachen om wat de makers nu weer voor een volslagen idiote wereld hadden bedacht, maar ook regelmatig met open mond zitten kijken naar hoe origineel en ingenieus andere werelden in elkaar zaten. Daarbij helpt de variatie, want hoe totaal anders de game van het ene op het andere moment is, helpt je verwondering zeker.
Ik noemde eerder al een aantal voorbeelden van Side Stories, zoals die ene waarin je een varkentje speelt of die andere waarin je als een tand speelt. Dat speelt zich dan af op een boerderij of een soort luilekkerland van allemaal snoep en taart. Nog niet genoemd, maar ook prachtig: een wereld waarin allerlei reuzen Zoe en Mio de spelwereld door helpen. Dit zijn slechts een paar voorbeelden; ik zou een hele lijst kunnen maken van levels die ik opvallend gaaf, opvallend mooi en/of opvallend origineel vond. Een heel groot deel van de game kwalificeert zich voor een of meerdere van die beoordelingen.
Band met Zoe en Mio
Het design is dus sterk, maar de uitwerking is van eenzelfde niveau. Dat begint al met de charactermodels van Zoe en Mio en de actrices die erbij horen. De warme, open Zoe en de wat geslotenere, mysterieuze Mio hebben geen enkele moeite om je om hun digitale vingers te winden. Het maakt het avontuur extra de moeite waard, want je leert na verloop van tijd ook over de achtergrond van beide schrijfsters, die dingen uit hun verleden duidelijk hebben verwerkt in hun verhalen. Hoe dat zit moet je natuurlijk zelf ontdekken, maar de acteerprestaties van Elsie Bennett (Zoe) en Kaja Chen (Mio) tillen het geheel naar een nóg iets hoger niveau.
De game ziet er verder prachtig uit. Nu hoor ik je denken: “Ja gast, hoe dan?”, maar eigenlijk is het gewoon precies dat: alles is mooi. Oké, ik begon na een tijdje de omgevingen van de sciencefictionlevels een beetje zat te worden, maar dat is een kwestie van smaak. Ik vind de kleurrijke fantasylevels gewoon leuker en mooier en vond Mio’s werelden daarom vaak net wat minder prettig, maar ik snap het ook als je dat net andersom ziet. Of je nu fantasy of scifi leuker vindt, je zult hoe dan ook zien dat Split Fiction grafisch een flinke sprong vooruit maakt ten opzichte van It Takes Two. Niet heel gek: deze game is gemaakt met Unreal Engine 5, waar It Takes Two nog werkte met UE4.
:strip_exif()/i/2007303128.jpeg?f=imagearticlefull)
Mooi licht
Dat zorgt voor allerlei verschillen, maar de meest in het oog springende voor mij waren hoe groot en weids de werelden ogen en hoe licht wordt gebruikt in het spel. Door het hoge tempo en de hoge mate van variatie gaat de game soms te snel om hier goed op te letten, maar in vrijwel elk level doet Hazelight gave dingen met licht. Voor mij was het hoogtepunt een level waarin je met een bootje door een soort elfenruïne reist. Hier komt voor mij alles samen wat Split Fiction mooi maakt: prachtig design, sprekende kleuren en schitterende lichteffecten. Niet elk level is zo overtuigend, maar vele zijn dat wel. Dat gaat ook nog gepaard met prima prestaties. Op de PlayStation 5 en de Xbox Series X draait de game met 60fps, waarbij de resolutie waar nodig geschaald wordt. Dat effect werd voor mij nooit echt zichtbaar: de game ziet er doorlopend scherp uit en voelt continu soepel aan. Dat is knap, zeker als je nagaat hoe veelzijdig de gameplay is. De techniek erachter moet dat dus ook zijn. Het is ontzettend knap dat je in al die wijzigingen in gameplay en perspectief nergens een merkbare daling in kwaliteit merkt.
Voor we doorgaan naar de conclusie wil ik nog even een klein dingetje aanstippen. Split Fiction zit vol easter eggs in de vorm van verwijzingen en knipogen naar andere games. Zo kon ik ergens ineens gaan zitten bij iets dat erg veel weg had van een Bonfire uit Dark Souls of een Site of Grace uit Elden Ring. Ook op andere momenten is het bepaald niet moeilijk om andere games te herkennen in de vele grapjes die Split Fiction rijk is. Zouden ze er niet zijn geweest, dan had je ze echt niet gemist, maar de aanwezigheid van deze knipogen maakt alles nóg wat leuker.
Conclusie
Split Fiction heeft niet het verrassingselement waarvan It Takes Two nog profiteerde, maar dat hindert de game nauwelijks. In zekere zin volgt Split Fiction de blauwdruk van It Takes Two, maar de game gooit er in alle opzichten een schepje bovenop. Wel kunnen sommige gameplayelementen net iets te bekend voelen, zeker als je It Takes Two onlangs nog gespeeld hebt, maar er is gelukkig ook genoeg nieuws te beleven. Split Fiction kent een hoge mate van variatie in zowel gameplay als leveldesign en dat maakt dit een vrijwel unieke game. Dat alles zit er ook nog eens prachtig uit, waarbij je als speler bovendien binnen no time een band opbouwt met hoofdrolspeelsters Zoe en Mio. Split Fiction is een prima opvolger van It Takes Two. Het zou me niet verbazen als ook deze game later dit jaar de nodige awards in de wacht gaat slepen, want de vraag “Wat is de beste co-opgame?” kan vanaf hier beantwoord worden met 'Split Fiction'.