Inleiding
Met zelf een pc bouwen kun je het zo gek maken als je wilt: een moederbord van meer dan 1000 euro, een videokaart van het dubbele, een dikke processor en een hoop opslag, en voor al dat moois een krachtige voeding en capabele (water)koeling. Een sluitpost is vaak de behuizing; waar ga je al dat moois instoppen en past dat wel of voldoet je oude kast ook nog? Wie al zoveel geld heeft uitgegeven, kijkt soms naar de wat budgetvriendelijkere behuizingen en ook builds met veel bescheidenere componenten vinden logischerwijs vaak een onderkomen in een behuizing die beter aansluit bij het budget.
Daarom hebben we voor deze round-up elf behuizingen bij elkaar gezocht die de bank niet breken, om te zien wat je krijgt als je geen 200 euro aan een metalen doos voor je onderdelen uitgeeft. Ook 100 euro vonden we te veel voor deze kasten, dus we hebben ATX-kasten bij elkaar gezocht voor de helft van dat bedrag: ongeveer 50 euro. Daarbij hebben we in de Pricewatch geselecteerd op behuizingen tot 55 euro, met als eis dat ze daadwerkelijk verkrijgbaar zijn bij een aantal (tenminste vijf) winkels, een ATX-moederbord kunnen huisvesten, een venster hebben én rgb-verlichting.
:strip_exif()/i/2006225220.jpeg?f=imagenormal)
Ondanks die strakke criteria leverde onze zoektocht kasten op met uiteenlopende eigenschappen. Vooral waar het de koeling betreft kiezen fabrikanten nogal verschillende oplossingen, van een of drie ventilators om de boel koel te houden en van Molex-aansluitingen voor die ventilators tot gewone moederbordheaders voor dat doel. Ook past onze mainstreamvideokaart in sommige behuizingen slechts zuigend en ook de bouwkwaliteit en gebruikte materialen lopen aardig uiteen. Op de volgende pagina's zetten we de kasten en de belangrijkste eigenschappen op een rij, waarna we in de prestaties van de behuizingen duiken. Uit die combinatie van features en prestaties moet dan onze aanrader voor budgetbehuizing volgen.
We zetten de elf kasten kort op een rijtje en kijken daarna even naar een aantal eigenschappen die ons opvielen tijdens het inbouwen en aansluiten van de hardware.
De kasten op een rij
We zetten de elf kasten kort op een rij en kijken daarna naar een aantal eigenschappen die ons opvielen tijdens het inbouwen en aansluiten van de hardware.
:fill(white):strip_exif()/i/2003869804.jpeg?f=thumblarge)
De Mecha van Aerocool komt misschien wel het meest over als budgetbehuizing. Nou ja, er is nog een behuizing die naar die twijfelachtige eer meedingt, maar de Mecha valt op door het ontbreken van een psu-tunnel, zoals je direct ziet door het glazen zijpaneel. Dat paneel is wel van 4mm dik glas gemaakt, met zwarte randjes voor een beetje afwerking. Het frontje is van bijna geheel dicht plastic, zodat je weinig lucht kunt aanzuigen. Aerocool levert dan ook alleen een 120mm-fan met SATA-aansluiting achterop mee; voor ventilators voorin zul je ze aan de binnenkant van het metaal moeten monteren. Achter het voorpaneel is namelijk alleen ruimte voor een rgb-ledstrip die je op een SATA-stekker en je resetknop aansluit. Die resetknop gebruik je om te schakelen tussen veertien lichteffecten; argb is er niet bij dus. Alles lijkt op kostenbesparing gemaakt; de duimschroefjes hebben plastic omhulsels voor grip, de 2,5"-bracket is van plastic en het metaal van de behuizing is dun. Let op, er is ook een bijna identieke argb-uitvoering.
:fill(white):strip_exif()/i/2004234424.jpeg?f=thumblarge)
Drie keer raden met hoeveel ventilators de Quantum Mesh geleverd wordt. Twee van die rgb-fans zitten voorin, de derde achterin. Je sluit ze aan met een stapel Molex-stekkers, waarmee je dus een aardig rijtje bouwt. De ventilators zijn WX-12025-modellen van 120mm en geven weliswaar licht, maar dat is niet in te stellen of te regelen; het is aan of uit. Meer verlichting, zoals een strip als bij de Mecha, is er niet. Het venster is van 4mm glas, dit keer zonder zwarte randjes voor de afwerking. Wel heeft de Quantum Mesh een psu-tunnel, al laat Aerocool ook weer het filter voor je voeding weg. Ook een stoffilter bovenin ontbreekt; de bovenkant heeft dus gewoon een 'open' rooster voor koeling. Het frontje is voorzien van een groot rooster, maar al het metaal is nogal slap en dun. Zo zit ook het zijpaneel alleen met haakjes aan de voorkant vast, zodat het zonder de schroeven achterop niet echt op zijn plaats blijft zitten. Net als de Mecha geeft ook deze kast de sterke indruk dat 'je krijgt waarvoor beltaalt'.
De AX20 heeft een frontje dat op airflow is ingericht, met schuine, korte sleuven om lucht aan te zuigen, met een stoffilter erachter. Op het rooster bovenop zit geen stoffilter en dat is dus gewoon 'open', maar onderin zit wel een insteekfiltertje voor de voeding. Het glazen zijpaneel is 4mm dik en niet voorzien van donkere randen, maar wel een beetje getint. Het loopt tot de psu-tunnel, waarin een rooster zit en dat voorin een uitsparing voor een radiator heeft. De drie 120mm-fans voorin hebben rgb-leds in de naaf, maar die geven enkel statisch licht als je ze op een Molex-stekker aansluit; er zijn geen instelbare effecten. Het frontpaneel is nogal plasticachtig en het metaal is dun. Doordat de ventilators aan de buitenkant van de voorkant passen, heb je niet de opgegeven 270mm voor je videokaart, maar de meer standaard 300mm.
Antecs NX360 is goed voorzien van ventilators met zijn drie 120mm-fans voorin en een vierde (zonder verlichting) achterin. Dat zijn verder ongespecificeerde ventilators die je met een SATA-connector voedt. Antec heeft een mini-argb-controller ingebouwd, waarmee je de ventilators ook via een argb-header kunt regelen. Heeft je moederbord die niet, dan kun je via de resetknop door veertien standen van je verlichting schakelen. Een verder onbewerkt glazen ruit van 4mm geeft zicht op al dat moois, waarbij je ook het merk van je voeding kunt zien dankzij een venster in de psu-tunnel. Je voeding wordt beschermd door een insteekfilter, maar bovenop zit een magnetisch filter. Het metaal is allemaal weer vrij dun, met een dikte van 0,6mm, en dat voelt zo fragiel aan als je verwacht. Wel heeft de NX360 een groot metalen rooster waardoorheen lucht wordt aangezogen.
:fill(white):strip_exif()/i/2003375230.jpeg?f=thumblarge)
De 703B van LC-Power heeft net als de NX360 drie ventilators voorin en een vierde achterin, allemaal van een ongespecificeerd type. Je sluit ze aan met een in elkaar gestoken stapel Molex-stekkers en via een verbinding naar de resetschakelaar kun je door de lichteffecten wandelen. Ook hier geen argb dus, maar wel negentien standen met statische en geanimeerde effecten. Het glas aan de zijkant is 4mm dik met verder geen bewerkingen om de randen aan het oog te onttrekken. Er is nog een glazen paneel; aan de voorkant is de behuizing voorzien van een 4mm-glazen front, waardoor die drie ventilators nauwelijks kunnen ademen; een heel klein rooster langs het glas moet voor luchttoevoer zorgen. Lucht voor de voeding, weer in een psu-tunnel met venstertje, wordt via een insteekfilter schoongehouden en bovenop zit weer een magnetisch stoffilter. Het metaal is weer heel dun, maar toch voelt de kast iets minder fragiel aan dan sommige andere. De ruimte voor kabels achter het moederbord is wel erg minimaal met zo'n 15mm, maar aan de voorzijde heb je iets meer ruimte met 23mm.
:strip_exif()/i/2005964898.png?f=thumblarge)
De X3 Mesh van Montech doet wel heel sterk aan een behuizing van een bepaald Zweeds merk denken. Het metalen meshfrontje heeft namelijk bijna dezelfde vormgeving als de Meshify-kasten, met de hoekige lowpoly- of stealthvormen. Montech pakt wel echt uit met ventilators, want het is de enige met zes meegeleverde exemplaren, waarvan de drie frontfans ook nog eens 140mm groot zijn. Bovenin zitten twee 120mm-fans en achterin zit nummer zes, allemaal zonder typenummer erop overigens. Je sluit ze aan door een enorme hoeveelheid Molex-stekkers in elkaar te steken: zes voor de ventilators en drie om de knop aan te sluiten. Die knop zit samen met de rest van de frontpaneelaansluitingen bovenop aan de rechterkant, maar is echt klein en daarom lastig in te drukken. Je hoeft dat niet vaak te doen, want je kunt lichteffecten alleen aan- en uitzetten. Het glazen zijpaneel is met 3mm wat dunner, maar zit wel mooi met een scharnier vast en heeft een stoffen 'handvat'. De duimschroeven van het rechterpaneel zijn volledig van metaal, vrij zeldzaam in deze line-up, en ook de psu-tunnel heeft een uitsparing voor een radiator voorin. Toen we hem selecteerden kostte de X3 55 euro, maar inmiddels is ie met 59 euro de duurste, maar die paar euro verschil lijken goed besteed.
:fill(white):strip_exif()/i/2004237008.jpeg?f=thumblarge)
Sharkoon zet vol trots 'RGB' in de naam van zijn behuizingen, maar daar had ook wel 'ARGB' mogen staan. Het is een van de weinige fabrikanten, samen met Antec, die de verlichting via een argb-header aan laat sturen. Die verlichting bestaat voor de Slider uit een 120mm-fan voorin en achterin: voorin de TC-1225A- en achterin de TC1225L9RGB-fan. Bovendien heeft de Slider in het frontje een argb-ledstrip die je met een SATA-stekker van prik voorziet. De ventilators hebben een standaard (al is dat voor deze besproken kasten zeldzaam) 3-pinsheader en Sharkoon levert een Molex-adapter mee. Je kunt de verlichting ook zonder argb-header besturen, via het inmiddels bekende gebruik van de resetschakelaar. De Slider heeft een klein glazen venster van 4mm dik, dat tot de psu-tunnel komt. Onze witte kast heeft op die psu-tunnel een zwarte bracket voor een 2,5"-drive en de randen van het glas zijn eveneens zwart, vermoedelijk voor wat contrast. Ook het magnetische stoffilter is zwart; voor de psu is weer een insteekfilter beschikbaar. De plastic voorkant is helemaal dicht, wat de airflow niet ten goede komt.
De SK3 is grotendeels dezelfde behuizing als de Slider, maar moet het zonder lichtstrip op het voorpaneel doen. De fanconfiguratie is hetzelfde, met een 120mm-fan voorin en een 120mm-fan achterin. Alleen de ventilator achterin heeft verlichting en is een TC1225L9RGB-fan, terwijl die voorin weer de TC1225A-fan is. Weer kun je de ventilators met een 3-pinsfanheader aansluiten of een Molex-verloopje gebruiken. Als je moederbord geen argb-header heeft, kun je van de kleine rgb-controller gebruikmaken, zodat je met de resetschakelaar door de veertien standen kunt schakelen. Beide Sharkoon-behuizingen hebben een gebold rechterzijpaneel, zodat je kabels achter het moederbord kunt leiden. De psu-tunnel van de SK3 is hetzelfde als die van de Slider, met een roostertje voor airflow en een stoffilter eronder. Het frontje van de SK3 is bijna helemaal dicht, maar aan de zijkant zitten een paar kleine sleuven. Het frontje is van plastic, maar heeft een faux-carbonlook en verder geen lichtstrip.
De Xilence is een van de goedkoopste behuizingen in deze round-up, maar toch voelt hij steviger aan dan menige andere kast. Dat ligt niet aan het materiaal, want het metaal is weer 0,6mm dik, zoals bij de meeste kasten, en het glazen venster is maar 3mm dik. Wellicht komt het door het gebrek aan meegeleverde koeling en is dat geld aan stevigheid besteed. Vergis je niet, het is nog steeds budget, met uitbreekslotplaatjes (net als bij de andere kasten) en een klein, los stoffiltertje onder de psu. Die psu zit in een psu-tunnel met een rooster voor airflow en boven op de kast zit een magnetisch stoffilter. De kast heeft één USB 2-poort en twee USB 3,2-poorten (5Gbit/s), maar een beetje matige power- en resetbuttons. Het frontje is voorzien van een dubbele rgb-ledstrip die je met een SATA-connector aansluit. Heel kleine sleufjes in de voorkant en een paar onder moeten voor airflow zorgen, al kun je je ventilators ook bovenin monteren natuurlijk.
:fill(white):strip_exif()/i/2006075214.jpeg?f=thumblarge)
De i3 NEO van Zalman kenmerkt zich door zijn frontje met een groot rooster om lucht aan te zuigen, met ook nog wat sleufjes aan de zijkant. Achter dat rooster gaan drie 120mm-fans schuil en een vierde ZA1225DSL-fan zit achterop. Die sluit je allemaal aan via speciale verloopkabeltjes die van een 4-pinsfanheader naar 3-pins gaan. De ventilators geven licht en hebben meerkleurenleds, maar je kunt verder niets instellen; als ze draaien, geven ze licht. Het licht regel je alleen door gewoon de stekker eruit te trekken. Het glazen zijpaneel heeft zwarte randjes voor de afwerking en is slechts 3mm dik, maar zit wel mooi met een scharnier aan de achterkant vast. Dat geeft uitzicht op de binnenkant, met een psu-tunnel die weer van zo'n venstertje voorzien is en de psu heeft een insteekfilter eronder. Het stoffilter bovenin zit weer met een magneetstrip vast, maar over het rechterpaneel zijn we minder enthousiast. Dat wordt goeddeels door de schroeven aan de achterkant vastgehouden; er zijn geen tabs en sleuven. De kast kostte net na zijn recente introductie ongeveer 52 euro, maar is nu met zijn gemiddelde prijs van 65 euro eigenlijk wat te duur geworden.
:fill(white):strip_exif()/i/2003582416.jpeg?f=thumblarge)
De S4 Plus maakt gebruik van drie 120mm-fans met de aanduiding SH191101. De 120mm-fans sluit je aan met ieder een Molex-stekker die je op elkaar stapelt. Net als bij de i3 NEO zijn de lichteffecten van deze ventilators niet regelbaar, maar zijn het vaste driekleurenleds die schakelbaar zijn. Dat is niet de enige budgetshortcut van de S4 Plus; dit is de enige behuizing in de test met een plastic zijpaneel, vermoedelijk acryl. We kunnen ons niet herinneren een dergelijk venster in het testlab te hebben gehad en met reden; het is behoorlijk buigzaam en lang niet zo vlak als een glazen paneel. Het frontpaneel op zijn beurt is ook van plastic, maar dan met een halfopen ontwerp waarbij het dichte deel de indruk van aluminium moet wekken. Net als bij de i3 NEO wordt het rechterpaneel nauwelijks op zijn plaats gehouden, maar Zalman zag wel kans weer een magnetisch stoffilter bovenop te plaatsen en een insteekfilter onder de voeding te schuiven. De buttons voelen wel redelijk aan bij Zalman en de psu-tunnel heeft weer een venster om te laten zien welke voeding je hebt.
Foto's systeeminbouw en verlichting
We hebben, om een indruk te krijgen van de afmetingen van deze behuizingen, een testsysteem ingebouwd en daar een foto van gemaakt. Zo kun je zien hoeveel ruimte je ongeveer in de behuizingen hebt. We hebben daarvoor een ASUS Prime X570-PRO-moederbord met daarop een Wraith Stealth-koeler gebruikt, samen met de videokaart die we hebben gebruikt voor de warmtetests: een ASUS ROG Strix 580-videokaart van 300mm lengte. De Corsair CM750M-voeding hebben we niet aangesloten, zodat de kabels niet in de weg zitten. De behuizingen staan op alfabetische volgorde, dezelfde als op pagina 2 dus. Het moederbord heeft een standaard ATX-formaat en de voeding is 140mm diep.
Verlichting
We hebben ook foto's gemaakt van de verlichting. De behuizingen zijn immers geselecteerd op de aanwezigheid van rgb- of andere verlichting en dat moet je natuurlijk even zien.
Overzicht van specificaties
Deze instapbehuizingen hebben een paar eigenschappen gemeenschappelijk. Zo zijn we natuurlijk gewend dat de slotplaatjes van de uitbreidingsslots, waar je videokaart zit dus, verwijderbaar zijn. Dat is bij deze behuizingen weliswaar ook zo, anders kun je geen kaart installeren, maar in dit geval doe je dat maar één keer. Je moet de afdichtingen namelijk wegbreken, dus terugplaatsen is er niet bij.
Ook hebben ze allemaal behoorlijk dun metaal dat zich vrij makkelijk laat buigen. Soms is het lastig te meten, maar vrijwel alle kasten zijn opgetrokken uit 0,6mm dik koudgewalst staal. Dat heeft ook een voordeel; als iets niet lekker past, kun je makkelijk een paar millimeter extra ruimte creëren
Nog een veelvoorkomende overeenkomst zijn de schroefjes waarmee toegankelijke onderdelen als zijpanelen, glasplaten en drivebays vastzitten. Bij duurdere behuizingen zijn dat duim- of kartelschroeven die uit één stuk metaal zijn vervaardigd, maar hier zien we vaker wel dan geen eenvoudige schroefjes met een stukje plastic eromheen. Zogeheten captive schroeven, die dus blijven zitten in het stuk metaal dat ze op hun plek houden, zijn er niet bij. Losschroeven betekent echt los, dus duimschroeven blijven niet in zijpanelen zitten.
Wat ook opvalt, is dat veel van deze behuizingen sterk op elkaar lijken. Dat geldt niet alleen voor de kasten van hetzelfde merk, maar ook merkoverstijgend; het aantal fabrieken waar ze daadwerkelijk geproduceerd worden, is op één hand te tellen. Zie bijvoorbeeld de venstertjes in de psu-tunnels.
De ventilators worden in de meeste gevallen via een of meer SATA- of Molex-stekkers aangesloten. Afgezien van zelf knutselen met spanningsregelaars kun je die ventilators dus niet harder of zachter laten draaien; het is aan of uit.
Testmethode
We hebben onze reguliere testmethode voor behuizingen gehanteerd, maar daarbij hebben we ons beperkt tot tests met ons basissysteem. Daar hebben we enerzijds voor gekozen omdat we ons lastig kunnen voorstellen dat iemand een systeem van meer dan 1000 euro in deze behuizingen bouwt. De tweede reden is puur praktisch: het past niet. We hadden al grote moeite om de videokaart van het basissysteem in alle behuizingen te krijgen. Die kaart is gebaseerd op de koeler van een RTX 2060 Strix, een koeler van 300mm. De kaart van het high-end systeem is ongeveer 320mm groot en past in de helft van de behuizingen niet, zoals je in de tabel op de vorige pagina kunt lezen.
Samenvatting testmethode
Voor de tests van behuizingen maken we gebruik van zelfontwikkelde componenten. Daarmee hebben we volledige controle over de energie of warmte die een behuizing ingaat, zonder rekening te hoeven houden met variaties die door software ontstaan. Om deze tests realistisch te houden, hebben we onze testsystemen opgebouwd zoals echte componenten zijn gebouwd. We gebruiken weerstanden onder heatsinks als warmtebron en door de spanning nauwkeurig in te stellen, kunnen we regelen hoeveel vermogen de kast ingaat. De printplaten en koeling zijn vormgegeven als reguliere componenten en waar mogelijk hebben we ook 'echte' heatspreaders en heatsinks gebruikt. Lees desgewenst de uitgebreide beschrijving en toelichting van onze testmethode; op deze pagina houden we het bij een kort overzicht.
:strip_exif()/i/2004968080.jpeg?f=imagenormal)
We testen de behuizingen met de eigen, meegeleverde ventilators om de out-of-the-boxprestaties te beoordelen. Daarnaast vervangen we de ventilators door onze eigen exemplaren, zodat we een beter beeld krijgen van de onderlinge verhoudingen tussen de kasten.
Systeem |
Basis-pc |
Totaal vermogen |
300W |
Processorvermogen |
100W |
Processorkoeler |
Noctua U12A |
Videokaartvermogen |
150W |
Videokaartkoeler |
ASUS Strix 2060 |
Vrm |
10W |
Chipset / pch |
10W |
Geheugen |
5W |
M.2-ssd |
5W |
Voeding |
20W |
Naast temperatuurmetingen voeren we geluidsmetingen uit; dat doen we in onze vernieuwde geluidarme ruimte. Die kamer, met zwevende vloer, en dempende wanden en plafond, heeft een noisefloor van ongeveer 12dB(A). De geluidsmeter die we inzetten, is een Larson Davis 831C met een 378A04-microfoon, die voorzien is van een voorversterker. De geluidsmeter heeft een noisefloor van 5,5dB(A), maar om een veilige marge aan te houden, durven we te stellen dat we alles vanaf 14dB(A) nauwkeurig kunnen meten. De geluidsmetingen bestaan uit het meten van de geluidsproductie van de meegeleverde ventilators op 7 en 12V, en de geluidsproductie van vier, drie en één Noctua-fan(s) op 12V. De geluidsmeter gebruiken we ook om de ventilatorsnelheden zo in te stellen dat de Noctua-fans 30, 35 en 40dB(A) produceren.
Testoverzicht |
Basis-pc |
Stockfans |
Casefans 12V* |
|
Casefans 7V* |
|
|
Noctua A12x25 PWM-fans |
Casefans 12V* (3 fans) |
|
30dB(A)-test (3 fans) |
|
35dB(A)-test (3 fans) |
|
x |
Bij bovenstaande tests meten we de geluidsproductie in de scenario's met een asterisk (*). Bij alle metingen loggen we gedurende vijftien minuten het temperatuurverloop van twaalf sensors: de gekalibreerde TMP117-temperatuursensors. We normaliseren de gemeten temperaturen op basis van de gemeten omgevingstemperatuur naar 22 graden Celsius. De twaalf sensors leggen de temperatuur van alle componenten in de behuizing vast, plus drie temperaturen van de behuizing: voor de cpu-koeler, achter de cpu-koeler en de temperatuur boven de videokaart. We loggen het temperatuurverloop gedurende vijftien minuten, laten de behuizingen tussentijds afkoelen en noteren in grafieken het 95e percentiel van de temperaturen.
Gebruikte temperatuursensors
- Temperatuur boven videokaart
- Temperatuur vóór cpu-koeler
- Temperatuur achter cpu-koeler
- Voeding
- Processor
- Videokaart
- Chipset / pch
- M.2-ssd
- Geheugenmodule 1
- Geheugenmodule 2
- Vrm 1
- Vrm 2
Wil je meer weten over deze testmethode, dan kun je hier een uitgebreide beschrijving van onze testprocedure lezen.
Prestaties: basissysteem
Het basissysteem heeft een processor die 100W verstookt en de videokaart verbruikt 150W. De systeemkoeling bestaat uit de meegeleverde, voorgeïnstalleerde ventilators of drie 120mm-Noctua-fans. Eerstgenoemde ventilators laten we op 7 en 12V draaien; de bruine ventilators laten we op 12V draaien en stellen we in op spanningen waarmee de systemen 30 en 35dB(A) geluid produceren. De bijbehorende toerentallen en spanningen voor die instellingen vind je op deze pagina.
Met de meegeleverde ventilators is de Montech in de meeste tests de koelste, gevolgd door de Zalman i3 en Antec NX360. De Xilence-behuizing vind je niet terug in deze tests, want die wordt zonder ventilators geleverd.
Met de drie Noctua-fans ingebouwd, bij vrijwel alle kasten aan de voorkant, is de Montech opnieuw de koelste, met de NX360 en i3 als nummers twee en drie. Ondanks dezelfde koeling zien we temperatuurverschillen die kunnen oplopen tot tien graden.
- Temperatuur voor de cpu-koeler
- Achter de cpu-koeler
- Boven de gpu
- Voeding
- Temperatuur processor
- Videokaart
- M.2-ssd
- Chipset
- Temperatuur geheugenmodule 1
- Geheugenmodule 2
- Vrm-1
- Vrm-12
Alternatieve weergave grafieken
Basis - stock 7V
- Temperatuur voor de cpu-koeler
- Achter de cpu-koeler
- Boven de gpu
- Voeding
- Processor
- Videokaart
- Chipset
- M.2-ssd
- Geheugenmodule 1
- Geheugenmodule 2
- Vrm-1
- Vrm-2
Basis - stock 12V
- Temperatuur voor de cpu-koeler
- Achter de cpu-koeler
- Boven de gpu
- Voeding
- Processor
- Videokaart
- Chipset
- M.2-ssd
- Geheugenmodule 1
- Geheugenmodule 2
- Vrm-1
- Vrm-2
Basis - Noctua 12V
- Temperatuur voor de cpu-koeler
- Achter de cpu-koeler
- Boven de gpu
- Voeding
- Processor
- Videokaart
- Chipset
- M.2-ssd
- Geheugenmodule 1
- Geheugenmodule 2
- Vrm-1
- Vrm-2
Basis - Noctua - 30dB
- Temperatuur voor de cpu-koeler
- Achter de cpu-koeler
- Boven de gpu
- Voeding
- Processor
- Videokaart
- Chipset
- M.2-ssd
- Geheugenmodule 1
- Geheugenmodule 2
- Vrm-1
- Vrm-2
Basis - Noctua - 35dB
- Temperatuur voor de cpu-koeler
- Achter de cpu-koeler
- Boven de gpu
- Voeding
- Processor
- Videokaart
- Chipset
- M.2-ssd
- Geheugenmodule 1
- Geheugenmodule 2
- Vrm-1
- Vrm-2
Prestaties: geluidsproductie
De geluidsproductie meten we in onze geluidarme ruimte, met de Larson Davis 831C-geluidsmeter op 50cm van de behuizingen, in vier scenario's. We laten in eerste instantie de ingebouwde, meegeleverde ventilators zitten, sturen die op 7 en 12V aan en meten de geluidsproductie. Daarna bouwen we de vier en drie Noctua-fans in van respectievelijk het high-end en het basissysteem, en laten die op 12V draaien. De posities van de ventilators vind je in de onderstaande tabel. Let op: in niet alle behuizingen kun je vier ventilators kwijt. In het eerste geval meten we hoe de meegeleverde ventilators klinken en in het tweede geval kunnen we eerlijker vergelijken door dezelfde ventilators te gebruiken.
Ventilatorconfiguraties geteste producten
We testen de behuizingen met de meegeleverde ventilators en met maximaal vier Noctua A12x25-fans. We laten de meegeleverde ventilators op hun voorgemonteerde positie zitten en de Noctua-fans monteren we indien mogelijk op de posities waar de fabrikant de meegeleverde ventilators monteert. Alle fanposities van de geteste behuizingen hebben we in onderstaande tabel samengevat.
Behuizing |
Stock |
Basis (3x Noctua) |
Aerocool Mecha |
1x 120mm achterkant |
2x voorkant 1x achterkant |
Aerocool Quantum Mesh |
2x 120mm voorkant 1x 120mm achterkant |
3x 120mm voorkant |
Antec AX20 |
3x 120mm voorkant |
3x 120mm voorkant |
Antec NX360 |
3x 120mm voorkant 1x 120mm achter |
3x 120mm voorkant |
LC-Power 703B |
3x 120mm voorkant 1x 120mm achter |
3x 120mm voorkant |
Montech X3 Mesh |
3x 140mm voorkant 2x 120mm bovenkant 1x 120mm achter |
3x 120mm voorkant |
Sharkoon RGB Slider |
1x 120mm achter |
3x 120mm voorkant |
Sharkoon SK3 RGB |
1x 120mm voorkant 1x 120mm achterkant |
3x 120mm voorkant |
Zalman i3 Neo Black |
3x 120mm voorkant 1x 120mm achterkant |
3x 120mm voorkant |
Zalman S4 Plus |
2x 120mm voorkant 1x 120mm achter |
3x 120mm voorkant |
De zes fans van de Montech zijn op 7V nauwelijks hoorbaar, maar op 12V is de kast iets luider. Als je de ventilators langzamer wil laten draaien, ben je op zelf knutselen aangewezen, want standaard sluit je ze aan op een 12V-Molex-voeding en zijn ze niet regelbaar. De Slider van Sharkoon presteerde niet al te best op het vlak van koeling, maar dankzij de dichte voorkant is hij wel lekker stil. De Quantum Mesh van Aerocool is met zijn eigen ventilators stil, maar met de Noctua-fans resoneert er iets en is hij luid. Mocht je deze kast kopen en de ventilators vervangen, gooi dan de verpakking daarvan niet weg totdat je getest hebt of ze elkaar wel aardig vinden.
Alternatieve weergave grafieken
- Stock fans - 7V
- Stock fans - 12V
- Basissysteem (3x Noctua @12V)
Toerentallen en spanningen
De geluidsmetingen zijn uitgevoerd met de meegeleverde ventilators op vaste spanningen. Niet elke ventilator is hetzelfde, dus we hebben de toerentallen van alle stockfans gemeten. Bij deze budgetbehuizingen was dat echter in slechts drie gevallen mogelijk, aangezien de meeste budgetkasten de ventilators direct op de voeding aansluiten in plaats van via een fanheader. De Noctua-fans laten we op 12V draaien, waarbij ze op 2000rpm werken, en op vaste geluidsproductie. Voor dat laatste hebben we de toerentallen en de daarvoor benodigde spanningen vastgelegd; dat kan je een handvat geven als je met fancurves aan de slag wilt. Dat kun je overigens slechts met de stockfans van een paar kasten; die zijn immers overwegend met Molex- of SATA-stekkers aangesloten.
Behuizing |
Stock- ventilators 7V rpm |
Stock- ventilators 12V rpm |
Noctua-fans 30dB(A) rpm / spanning |
Basissysteem 35dB(A) rpm / spanning |
Aerocool Mecha |
Onbekend |
Onbekend |
1290rpm / 7V |
1530rpm / 8,6V |
Aerocool Quantum Mesh |
Onbekend |
Onbekend |
1230rpm / 6,7V |
1410rpm / 7,7V |
Antec AX20 |
750rpm |
1050rpm |
1230rpm / 6,95V |
1470rpm / 8,6V |
Antec NX360 |
Onbekend |
Onbekend |
1170rpm / 6,7V |
1380rpm / 8V |
LC-Power 703B |
Onbekend |
Onbekend |
1230rpm / 6,6V |
1500rpm / 8,2V |
Montech X3 Mesh |
Onbekend |
Onbekend |
1140rpm / 6,2V |
1350rpm / 7,4V |
Sharkoon RGB Slider |
1360rpm |
1890rpm |
1410rpm / 8,3V |
1710rpm / 10,2V |
Sharkoon SK3 RGB |
Onbekend |
Onbekend |
1260rpm / 7,5V |
1530rpm / 9,2V |
Zalman i3 Neo Black |
800rpm |
1100rpm |
1260rpm / 7,3V |
1590rpm / 9,3V |
Zalman S4 Plus |
Onbekend |
Onbekend |
1230rpm / 6,6V |
1440rpm / 8,1V |
Prestatie-index
Om de data iets inzichtelijker te maken, hebben we indices van de tests per testsysteem gemaakt. We hebben per deeltest een index gemaakt en daarin hebben we de sensors die de meeste spreiding vertonen, het zwaarst laten wegen.
Met het basissysteem en eigen ventilators vormen de Antec NX360, Montech X3 Mesh en Zalman i3 NEO Black de top drie. Diezelfde drie behuizingen, in wisselende volgorde, zijn de koelste met de drie Noctua-fans geïnstalleerd.
- Basissysteem - stock-fans 7V
- Stock-fans 12V
- Basissysteem: Noctua-fans 12V
- Noctua-fans 30dB(A)
- Noctua-fans 35dB(A)
Conclusie
Het is nog best lastig om een winnaar in dit segment aan te wijzen, want ook al lopen de prijzen absoluut gezien niet ver uit elkaar, relatief doen ze dat wel. Als we de goedkoopste behuizing pakken, de Aerocool Mecha van 37 euro, en die vergelijken met de duurste, de Montech X3 van 59 euro, dan zit daar 22 euro tussen, ofwel bijna 60 procent prijsverschil. Dat is een beetje jammer, maar toen ik de kasten selecteerde was de Montech 5 euro goedkoper, waardoor het prijsverschil maar 17 euro of 46 procent bedroeg.
Die twee behuizingen zijn direct voorbeelden van een kast die erg goed presteert wat koeling betreft en een die beroerd presteert. De Montech X3 Mesh is met zijn eigen sloot ventilators bijna vanzelfsprekend de koelste uit de test, maar ook met het gelijke speelveld van drie Noctua's presteert hij het best. De Zalman i3 NEO Black is de runner-up wat koelprestaties betreft en nummer drie is de Antec NX360.
(In) de doos
De behuizingen worden vrijwel allemaal geleverd in ongebleekte, kartonnen dozen. Enkel de twee Sharkoon-kasten zaten in karton dat wit bedrukt en daarmee iets minder duurzaam is. De behuizingen zelf worden in vrijwel alle gevallen, de twee Zalmans en de Aerocool Quantum Mesh met hun open cell-schuim uitgezonderd, in de doos op hun plek gehouden door twee piepschuimen schalen.
Kijken we naar de kasten die we zouden afraden op basis van koelprestaties, dan wordt de 'top drie' gevormd door die eerder genoemde Mecha van Aerocool, gevolgd door de Sharkoon RGB Slider en helemaal onderaan de LC-Power Gaming 703B. De Slider heeft wel als redeeming quality zijn geluidsproductie, die is het laagst van allemaal, en het is een van de weinige kasten met daadwerkelijk een argb-aansluiting. De Mecha is vrij luid en dat geldt ook voor de LC-Power.
Dan zou de Montech X3 Mesh de logische winnaar zijn. Hij is een van de stilste én best koelende kasten, en wordt geleverd met maar liefst zes ventilators plus een nette afwerking. Het is alleen jammer dat al die ventilators met Molex-stekkers aangesloten moeten worden in plaats van met een nette fanheader en de verlichting is niet instelbaar.
De Zalman i3 Neo Black is een mooi alternatief; de behuizing koelt goed, al maken zijn eigen ventilators behoorlijk lawaai. Je kunt de ventilators met de normale headers aansluiten, en de kast heeft een scharnierend deurtje en meer ruimte voor je videokaart. De nummer drie, Antecs NX360, koelt goed, maar is een middenmoter wat geluid betreft en heeft niet veel ruimte voor videokaarten, maar wel weer een argb-controller. Wat ons betreft zijn die drie behuizingen, de Montech X3 Mesh, Zalman i3 Neo Black en Antec NX360, dan ook onze Great Value-aanraders.
We raden je aan om de features en prestaties die je zelf belangrijk vindt, in je overweging mee te nemen. Hou je bijvoorbeeld van veel ledjes, dan zijn de Sharkoon SK3 en Xilence met hun ledstrips weer aantrekkelijk, ondanks de matige prestaties van die eerste en het ontbreken van ventilators bij de tweede. Het blijft een kwestie van keuzes maken dus. En als je toch keuzes aan het maken bent, doe jezelf dan een plezier en geef net een paar tientjes meer uit aan een kast uit het middensegment. Dan heb je ten minste iets meer ruimte, ook voor toekomstige upgrades, ventilators die geregeld kunnen worden en kwalitatief betere en stevigere kasten, zodat ze verscheidene builds meekunnen.
- Antec NX360
- Montech X3 Mesh
- Zalman i3 NEO Black