De NSA bespioneerde in de afgelopen jaren vooral gewone internetgebruikers, zo blijkt uit een onderzoek. 89 procent van de internetgebruikers van wie gegevens werden afgetapt zou gewone burgers betreffen die niet als verdachte te boek staan.
Dat meldt The Washington Post, die een onderzoek uitvoerde met 22.000 afluisterrapportages met daarin ongeveer 160.000 communicaties uitgevoerd met 11.400 gebruikersaccounts. Het gaat daarbij onder andere om e-mails of berichten via sociale-netwerksites. De documenten zijn aangeleverd door Edward Snowden en bestrijken data van 2009 tot 2012. Volgens de Amerikaanse krant was slechts 11 procent van de gebruikersaccounts die door de NSA zijn afgeluisterd eigendom van personen die als verdachte bekendstonden.
Dat betekent dus dat 89 procent van de gebruikersaccounts werd afgeluisterd zonder dat de inlichtingendienst concrete verdenkingen had. The Washington Post stelt dat het gaat om 'bijvangst in een net dat voor anderen was gespannen'. Wel zouden de activiteiten hebben geleid tot het oppakken van twee terroristen die betrokken waren bij bomaanslagen.
Er kwamen eerder al details naar buiten over het afluisteren van internetgebruikers zonder concrete verdenkingen. Zo zou de NSA zich richten op internetgebruikers die zoeken naar informatie over Tor of het op anonimiteit gerichte besturingssysteem Tails. Het doel van de NSA zou zijn om internetgebruikers in twee groepen te verdelen: gebruikers die de technische kennis hebben om anoniem te kunnen internetten en mensen die dat niet hebben. De communicatie van de eerste groep zou volledig onderschept moeten worden.