Bij het sturen van een nagemaakt phishingmailtje naar 45 raadsleden van de gemeente Den Haag reageerde ongeveer een kwart daadwerkelijk op de inhoud. Dat blijkt uit een onderzoek van de Haagse Rekenkamer, die diverse kwetsbaarheden aantrof bij het interne netwerk.
De desbetreffende phishingmailtjes werden bij wijze van proef vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen naar de 45 raadsleden verstuurd. Daarin zou een link zijn opgenomen die verwees naar een niet bestaande enquête. Uit de klikresultaten heeft de Haagse Rekenkamer kunnen opmaken dat elf raadsleden daadwerkelijk de link aanklikten.
De Rekenkamer tilt daar zwaar aan. "Eén reactie op een phishingmail is in een reële situatie voldoende om een aanvaller de mogelijkheid te geven malware te installeren op het interne netwerk of gegevens van de ontvanger te bemachtigen. De test toont daarmee ook aan hoe kwetsbaar de beveiliging van het interne netwerk is voor aanvallen van buitenaf." Phishingmailtjes zijn bij gerichte aanvallen meestal op maat gemaakt en hackers gebruiken die om malware te installeren of om gevoelige gegevens te ontfutselen.
De onderzoekers kwamen onder andere na het uitvoeren van penetratietests in totaal 34 kwetsbaarheden tegen op het gemeentelijke netwerk, waarvan vijftien de kwalificatie hoog tot zeer hoog kregen opgeplakt. Zo verkregen zij toegang tot persoonsgegevens van inwoners van de stad. Het grootste deel van de kwetsbaarheden zou inmiddels zijn verholpen.
Volgens de opstellers van de risicoanalyse is de conclusie dat de gemeente onvoldoende maatregelen heeft getroffen om informatie van burgers en bedrijven te beschermen tegen kwaadwillenden. Daarbij komt dat gemeenten steeds meer data van burgers opslaan omdat zij vanuit de Rijksoverheid meer taken naar zich toegeschoven krijgen. Verder vindt de Haagse Rekenkamer het vervelend dat de aangetroffen kwetsbaarheden niet bekend waren bij de gemeente.
Het gemeentebestuur heeft toegezegd dat het maatregelen zal nemen om de beveiliging van het interne netwerk te verbeteren. Zo zal het elk jaar door een extern bureau de beveiliging laten toetsen. Ook moeten medewerkers beter voorgelicht worden en er worden 'technische hulpmiddelen' aan het netwerk gekoppeld om eventuele indringers tijdig te kunnen signaleren.