Meerdere buitenlandse overheden geven de Verenigde Staten toegang tot glasvezelkabels die de backbone van het internet vormen. Het is niet bekend of ook de Nederlandse overheid meewerkt; Duitsland en Denemarken zouden dat wel doen.
Volgens The Intercept, de site van NSA-journalist Glenn Greenwald, zijn op ten minste dertien plekken ter wereld afluistercentra ingesteld om de glasvezelkabels af te tappen. Daarvan waren er vorig jaar negen actief. Hoeveel kabels in totaal zijn afgetapt, is onduidelijk, maar op de drie grootste aftappunten werden al in totaal zeventig kabels afgetapt.
Dankzij de taps krijgt de NSA toegang tot internetdata, maar ook telefoongesprekken en faxen. De gebruikte apparatuur zou in staat zijn om drie terabit aan data per seconde te verwerken. De buitenlandse overheden geven de NSA vrijwillig toegang tot de data, in ruil voor toegang tot de geavanceerde aftap-apparatuur van de NSA. Daarnaast krijgen ze de belofte dat niet op binnenlandse internetgebruikers wordt bespioneerd. Op die belofte zijn echter wel 'uitzonderingen mogelijk', zo blijkt uit interne NSA-documenten, maar welke uitzonderingen dat precies zijn, blijft onvermeld.
Uit de documenten zou blijken dat in ieder geval Duitsland en Denemarken meewerken aan het aftappen. Of Nederland dat ook doet, is onbekend. Zeker is wel dat Nederland door de NSA als 'third party' wordt aangemerkt, net als Duitsland en Denemarken. Bovendien is Nederland interessant voor de NSA, als land met een goede internet-infrastructuur en een groot aandeel op de hostingmarkt.