Het Turkse parlement heeft nieuwe censuurwetgeving goedgekeurd die de toezichthouder voor de telecomsector de mogelijkheid geeft om websites uit de lucht te halen zonder dat eerst een rechter groen licht moet geven.
Het parlement, waarin de AK-partij van Erdogan een meerderheid heeft, keurde de nieuwe wetgeving woensdag goed. Hierdoor wordt de bestaande wetgeving, die door bijvoorbeeld Google al is vergeleken met het Chinese censuurbeleid, nog verder aangescherpt.
Zo krijgt het Directoraat van Telecommunicatie, de toezichthouder voor de telecomsector, het recht om een website te blokkeren als deze beledigende content zou bevatten of als deze de privacy zou aantasten. Daarvoor is niet langer een gang naar de rechter nodig.
Naast de mogelijkheid om websites uit de lucht te halen krijgt de toezichthouder ook het recht om zonder tussenkomst van een rechter gebruikersgegevens bij internetproviders op te vragen, evenals lijsten met het surfgedrag van personen. Providers worden bovendien verplicht deze informatie minimaal twee jaar te bewaren.
Een professor in de rechten in Istanbul noemt de aangescherpte censuurmaatregelen 'Orwelliaans'. Het land zou zich nog verder distantiëren van Europese normen. D66-Europarlementariër Marietje Schaake laat aan persbureau AFP weten dat de maatregelen 'onacceptabel' zijn en dat de EU, die al jaren onderhandelt met Turkije over een mogelijke toetreding tot de Europese Unie, dit duidelijk moet maken.
Soortgelijke geluiden klinken van mensenrechtenorganisaties en journalisten, en ook het bedrijfsleven heeft kritiek. Oppositiepartijen stellen dat Erdogan met de censuurmaatregelen het corruptieschandaal waarin diverse partijgenoten zijn betrokken verder probeert te onderdrukken. De AK-partij verwerpt de kritiek en stelt dat Turkije aanzienlijk vrijer is dan veel andere landen en dat er persvrijheid is in het land. Desondanks zijn er sinds 2007 al meer dan 40.000 websites geblokkeerd en zijn er honderden journalisten ontslagen of in de gevangenis gezet. Bovendien heeft Erdogan tijdens de straatprotesten afgelopen zomer sociale-netwerkdiensten als Twitter en Facebook een 'maatschappelijke kwaal' genoemd.