Minister Bussemaker van OC&W heeft in antwoord op Kamervragen gesteld dat met name kleinere onderwijsinstellingen nog onvoldoende aandacht hebben voor software op basis van open standaarden. Als voorbeeld wordt het Magister-pakket genoemd dat nog Silverlight nodig heeft.
Volgens het huidige beleid zijn onderwijsinstellingen zelf primair verantwoordelijk voor de inkoop van software, maar het ministerie hanteert het zogeheten 'pas-toe-of-leg-uit'-principe toe. Daarbij krijgt een instelling alleen subsidie voor propriëtaire software als er redenen van 'bijzonder gewicht' zijn. Als deze er niet zijn dan moet er gekozen worden voor een pakket dat open standaarden ondersteunt of een opensource-karakter heeft.
Uit een onderzoek onder 1114 onderwijsinstellingen naar het gebruik van software blijkt volgens Stichting ICTU dat met name kleinere instellingen in het primair en voorbereidend onderwijs er nog een achterstand is bij het implementeren van open standaarden. De minister noemt in haar antwoord daarbij concreet de Magister-software als een pijnpunt. Dit administratiepakket voor het onderwijs vereist Silverlight, het propriëtaire webplatform van Microsoft. Door het gebruik van Silverlight is Magister op veel besturingssystemen niet bruikbaar. Volgens de minister is er met deze constructie sprake van een vendor lock-in en dienen de developers van Magister tenminste met een op html5 gebaseerde versie te komen.
Bussemakers gaat in een antwoord op de vragen van Kamerleden Gesthuizen (SP) en Oosenbrug (PvdA) ook in op privacyaspecten van Magister. Daarbij meldt de minister dat er met het gebruik van Magister steeds meer persoonsgegevens van leerlingen in de cloud worden opgeslagen. Scholen blijven daarbij echter verantwoordelijk voor de beveiliging. Hen wordt dan ook aangeraden om de beveiliging van deze data via zogenaamde bewerkersovereenkomsten met de leveranciers te borgen. Om hier meer inzicht in te krijgen belooft de minister binnenkort hier een onderzoek naar te starten.