Passagiers mogen in de Verenigde Staten straks tijdens het opstijgen en landen hun elektronische apparatuur gebruiken. Nu moet elektronische apparatuur nog worden uitgeschakeld. Wel moeten apparaten gedurende de hele vlucht in de vliegtuigstand blijven staan.
Michael Huerta, het hoofd van de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA, heeft dat donderdagmiddag bekendgemaakt tijdens een persconferentie. De wijziging zal niet per direct ingaan: vliegtuigmaatschappijen moeten de wijziging nog implementeren en die moet vervolgens worden goedgekeurd door de FAA; Huerta verwacht dat dat snel zal gebeuren. Bovendien geldt de wijziging enkel voor Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen, maar verwacht wordt dat de Europese luchtvaartautoriteit het voorbeeld van de Amerikanen zal volgen.
De wijziging maakt het mogelijk om in vliegtuigstand van de vertrekgate tot de aankomstgate bijvoorbeeld, tablets, smartphones en laptops te gebruiken. Het voeren van gesprekken op telefoons is niet toegestaan, en daarnaast moet sommige zware elektronische apparatuur uit veiligheidsoverwegingen wel worden opgeborgen, om te voorkomen dat ze de cabine doorvliegen, bijvoorbeeld bij een landing in stormachtig weer. Wat precies de criteria zijn voor een zwaar elektronisch voorwerp, werd echter niet duidelijk.
Gebruikers mogen wel via wifi verbinding maken met de wifi-hotspot in het vliegtuig; anders dan in Europa wordt vliegtuiginternet in de VS inmiddels redelijk breed aangeboden. Ook mogen reizigers bluetooth gebruiken, bijvoorbeeld om een toetsenbord te koppelen met een tablet. De wijziging is vooral handig voor reizigers op korte vluchten: op een vlucht van drie kwartier is er op dit moment slechts circa een kwartier tot vijfentwintig minuten waarin reizigers hun elektronische apparatuur mogen gebruiken.
Daarnaast adviseert de FAA om wel op te letten tijdens de veiligheidsinstructie. "Die instructies kunnen je leven redden", aldus Huerta. Daarnaast blijft het tijdens sommige specifieke vluchten, met bijvoorbeeld weinig zicht, wel degelijk verplicht om elektronische apparatuur uit te schakelen, waarschijnlijk omdat de gevolgen dan groter zijn mocht de apparatuur toch last hebben van elektronische interferentie. Huerta schat dat dat in 1 procent van de gevallen zal gebeuren.