De Amerikaanse astronaut Neil Armstrong, de eerste man op de maan, is zaterdag op 82-jarige leeftijd overleden. Armstrong kampte al enige tijd met hartproblemen. Complicaties na een bypass-operatie werden Armstrong fataal.
Armstrong wist met de Apollo 11-missie op 20 juli 1969 op de maan te landen, samen met collega-astronaut Edwin Aldrin. Bij zijn eerste voetstap op het maanoppervlak sprak hij de beroemde zin: 'That's one small step for a man, one giant leap for mankind'. Samen met Aldrin verbleef hij een kleine drie uur op de maan, waarbij zij onder andere een maanwandeling maakten.
Voordat Armstrong met de Apollo 11 de maanmissie succesvol wist af te ronden, was Armstrong commandant en testpiloot van de Gemini 8-vlucht. Bij deze missie wist de NASA voor de eerste maal twee ruimtevaartuigen te koppelen.
Na de succesvolle maanmissie trok Armstrong zich terug en ontliep de media. Hij vertrok bij NASA en werd hoogleraar ruimtevaarttechniek. In 1986 werden de camera's echter weer op hem gericht toen hij onderdeel uitmaakte van een commissie die het ongeluk van de spaceshuttle Challenger zou onderzoeken.
De Amerikaanse president Barack Obama heeft in reactie op het overlijden van Neil Armstrong de astronaut een van de grootste Amerikaanse helden ooit genoemd: "Toen hij en zijn teamleden in 1969 aan boord van de Apollo 11 gingen, droegen ze de dromen van een hele natie met zich mee. Toen Neil voor het eerst zijn voet op het oppervlak van de Maan zette, leverde hij een prestatie die nooit vergeten zal worden", aldus Obama.