Even wat puntjes:
Informatie komt inderdaad gewoon uit de lucht vallen.
Het universum barst ervan.
We leven letterlijk bovenop de neiging van energie/informatie om zich te verspreiden.
Informatie vloeit lettelijk door ons heen en verricht werk (!!).
Wij eten informatierijk voedsel en gebruiken die opgeslagen informatie om onzself in stand te houden.
Vervolgens stoten wij die informatie weer af (o.a. in de vorm van warmte) zodat we zelf niet aan informatie toenemen. Anders zou ons systeem warrig worden en zouden we uit elkaaar vallen.
We zijn dus in feite systemen die enigzins bestand zijn tegen de stroom van informatie uit onze omgeving (we kunnen blijkbaar onze eigen informatiedichtheid beschermen en sturen) en we gebruiken het potentiaalverschil van informatie tussen ons en de buitenwereld om daar energie uit te tappen en die energie gebruiken we om werk mee te verrichten.
Je vraagt je af waarom zaken er vanuit ons perspectief zo bijzonder uitzien.
Daarbij vergeet je dat er al bijzondere omstandigheden aanwezig moeten zijn
voordat je je dat kan afvragen. Met andere woorden, je kunt je zulke dingen alleen afvragen
als je al in zo'n bijzondere situatie zit.
In een universum met zoveel mogelijkheden (het zou bijvoorbeeld niet raar zijn om te denken dat er meerdere ruimten zijn waar andere verhoudingen van elementaire eenheden heersen) zal het natuurlijk voor kunnen komen dat zoiets als leven ontstaat.
Maar stel je een ander stuk universum voor, een stuk waar leven niet kan ontstaan.
Daar zal dus nooit iemand als jij kunnen ontstaan die zich afvraagt waarom alles om hem heen zo ingesteld is dat hij kan bestaan.
Het is een beetje als een aas uit een pak kaarten die zich bewust wordt van het feit datie een aas is en die het dan bijzonder vindt dat hij getrokken is.
Ook over de belachelijke toleranties hoef je je geen zorgen te maken.
Onze hersenen zijn niet in staat om de schaal van de zaken die in het universum spelen te bevatten.
Het bekende universum beslaat iets van 10^50 (50 ordes van grootte) waarvan overigens de meeste ruimte 'naar beneden toe' is (moleculen, atomen, deeltjes, strings/etc.).
Een 'universele' eenheid zoals planck-lengte lijkt dan belachelijk precies maar dat is alleen maar een illusie en wordt veroorzaakt door onze beperking ons dit soort verhoudingen voor te kunnen stellen.
Je geeft het voorbeeld van onze positie in de melkweg en je geeft aan dat we het niet zouden overleven als we dichterbij hadden gelegen.
Maar we zouden ons daar, dichter bij het centrum, nooit hebben kunnen ontwikkelen.
Waar jij het eigenlijk over hebt is als we daar ineens spontaan heen zouden teleporteren.
Maar dat is de vraag niet.

De vraag is of leven daar kan ontstaan en dat is niet zo.
Leven (dat zich gaat afvragen waar leven vandaan komt) kan alleen ontstaan waar het mogelijk is voor leven om te ontstaan. en dat zal altijd een relatief bijzondere plek zijn waar de omstandigheden het op zn minst niet uitsluiten.
Het is wel een bijzondere plek, maar er zijn wel meer bijzondere plekken in ons universum.
Als je bedenkt dat er in de melkweg al zo'n 300 miljard sterren zijn dan zal daar heus wel vaker de bijzondere situatie zoals hier ontstaan.
Vind je van niet, dan zijn er (letterlijk) ontelbare sterrenstelsels zoals de melkweg waar elke sterrenstelsel weer honderden miljarden sterren bevat die elk een kans hebben een omgeving te vormen die goed is voor leven.
En overal waar dan intelligent leven ontstaat zijn er wezens die zich afvragen hoe het nou in hemelsnaam komt dat alle omstandigheden van het universum precies zo zijn dat zij konden onstaan.
Niks bijzonders dus...
Over een 'simpele cel'.
Een cel is helemaal niet simpel, het is juist enorm complex.
Het is eerder de arrogantie van onze 'meta'-viewpoint dat we denken dat cellen simpel zijn. Cellen zijn niet bewust en zijn dus 'dom' en 'simpel'.
Cellen zijn best wel complex en hebben enorm veel functies.
Deze wetenschappers waren niet van plan de evolutie van cellen te simuleren, ze waren uit op het simuleren van een moderne complexe cel.
Dat vertelt je niet dat er geen simpelere cellen mogelijk zijn.
Sterker nog, die zijn er ook.
Verder weten we dat selectie van systemen niet begint bij DNA maar dat het in meer of mindere mate op alle systemen van toepassing is. De entropie moet alleen laag genoeg zijn om selectie een kans te geven. Entropie zorgt namelijk voor randomness (veel ongestructureerde informatie).
Leven ontstaat op de rand van orde en chaos.
Structuur moet zich kunnen settlen maar niet zo vast dat er geen interactie meer mogelijk is met de omgeving (denk aan een kristal, enorm veel structuur maar geen bewegelijkheid). Op dat soort plekken krijg je interresante gebieden waar entropie kan worden uitgewisseld (interactie met omgeving). Daar kunnen dus systemen ontstaan die entropie/complexiteit uitstoten(!!). Deze systemen kunnen dus binnengekomen entropie reguleren en dus zelf een min of meer constante entropie behouden(!!).
Als die extra entropie in een bepaalde richting wordt uitgestoten dan levert dat werk op en zal het het systeem voortduwen, nog zonder dat het systeem leeft of ook maar op leven lijkt. Je hebt dan dus al een mobiel systeem dat loopt op entropie.
Een verbrandingsmotor is een voorbeeld hiervan als is dat heel specifiek door mensen voor dat doel bedacht.
Een motor zet lage entropie (brandstof) om in hogere en verricht daarbij werk en stoot dan de hoge entropie uit in de vorm van warmte.
Maar op moleculair nivo kan dat dus spontaan ontstaan omdat atomen veel interactie hebben op de rand van entropie/negentropie. Atomen zijn koel genoeg om zichzelf in stand te houden (stuctuur te behouden) maar beginnen zich funky te gedragen zodra er energie/informatie binnenvalt. En ze kunen die extra energie/informatie weer uitstoten in de vorm van bijvoorbeeld straling. Ze kunnen dus deels deelnemen in de informatie-chaos van de buitenwereld en zodoende kunnen daar weer leuke systemen door ontstaan die spelen met entropie.
Zou zo'n systeem alle entropie(/energie/chaos) gewoon opnemen dan zou het uiteindelijk barsten omdat het systeem te chaotisch wordt.
Zo'n systeem kan dus alleen ontstaan in een gebied waar entropie niet zo laag is dat atomen niet zo star zijn dat ze geen interactie aangaan (interactie == uitwisseling van entropie/energie/chaos/etc.) of zelfs samensmelten (bose-einstein condensaat) en entropie niet zo hoog is dat atomen uit elkaar vallen in losse stukjes (CERN).
In zo'n gebied kan dan bijvoorbeeld scheikunde ontstaan en zodoende een platform voor verfijndere uitwisseling van entropie waar dan weer onder omstandigheden leven uit voort kan komen.
Een levende cel met DNA en dat soort coole systemen is dan al behoorijlk complex en deze simulatie zal niet veel nieuws opleveren over hoe de natuur van semi-chaotische moleculen tot complexe entropie-verwerkingseenheden is gekomen.
Wat we wel weten is dat we het process enigzins begrijpen en dat het zo universeel is dat we het triviaal na kunnen doen. Elk systeem (zelfs gesimuleerde) staat onder invloed van entropie (informatiepotentiaal).
Wat bijzonder is aan deze simulatie is dat we blijkbaar zoveel weten over hoe moderne cellen werken dat we de juiste onderdelen abstract kunnen nabootsen zodat de som van die onderdelen (ongeveer) dezelfde macro-eigenschappen heeft als een cel.
Maar dat onkent niet dat er een simpelere cel mogelijk is, alleen weten wij niet hoe die er ooit heeft uitgezien.
We kunnen wel moleculen (of zelfs willekeurige systemen) simuleren die zich inderdaad onder invloed van entropie gaan gedragen als 'levende' systemen.
Er zit dus alleen nog een enorme weg tussen systemen/moleculen die zich 'levenslustig' gedragen en complete informatieverwerkingsfabriekjes die we cellen noemen.
Alleen al het ontstaan van DNA (en dat waarschijnlijk pas na het ontstaan van RNA) is een lange lange weg.
Maar het lijkt er vooralsnog gewoon op dat alles wat we uitgeplozen hebben valt binnen 1 lange keten van ontwikkeling boven op ontwikkeling.
En dus is een simpele cel die aan het begin van 'leven' staat helemaal niet van toepassing.
Je moet je dus ernstig afvragen wat je als leven beschouwt.
Zo kan je stellen dat iets pas leven is als het DNA heeft.
In DNA zitten instructies voor alle mechaismes die in in een cel zitten. Die mechanismes zorgen ervoor dat een cel zich kan bewegen, energie kan tappen uit de omgeving, zich kan voortplanten en zich kan verdedigen tegen de buitenwereld.
Met DNA kun je (complexen van) eiwitten maken die deze functies vervullen maar alleen met behulp machientjes die zelf ook uit eiwitten bestaan en in DNA zijn gecodeert.
Je kan zeggen dat dat nooit ontstaan kan zijn want zelfs voor het vermenigvuldigen van het DNA heb je die machientjes al nodig.
Wat blijkt, RNA (een andere vorm van DNA die de cel gebruikt als een tussenproces maar ook om wat extra genetiche informatie in op te slaan) kan veel van de functies van een moderne cel helemaal zelf vervullen.
RNA kan zich, afhankelijk van zn omgeving, zo vouwen en afbreken dat het dezelfde functie uitvoert als een eiwit.
Zo kan RNA (of eigenlijk een stukje ervan) zn eigen streng copieren.
RNA is dus in staat zichzelf te repliceren en om diverse specifieke interacties met de omgeving aan te gaan.
Er hoeft dus in het verleden alleen een kort stukje RNA ontstaan te zijn met een code die ervoor zorgt dat dat stukje gecopieerd raakt. Dat is in lengte mischien 100 bases groot. Het is niet moeilijk voor te stellen dat is een zee met miljarden van dit soort componenten er een keer een combinatie ontstaat die precies dit gaat doen.
Vervolgens zullen in no-time enorm veel meer van deze stukjes RNA ontstaan die allemaal een beetje aan entropie lijden. Door die entropie zullen er variaties ontstaan en een mogelijke variatie is dat dat stukje RNA opgelengt raakt met meer RNA dat de hele RNA molecuul helpt beter bestand te zijn tegen zn omgeving. Die zal dus vanaf dat moment meter repliceren. Evolutionaire selectie heeft dit proces dan volledig in zn greep en het kan dan alleen nog maar beter worden mits de omgeving niet teveel verandert. Zo'n systeem zal dan uitgroeien tot iets dat beter met entropie omgaat, zowel intern als extern. Uiteindelijk leidt dat to iet dat we leven noemen.
Een cel die puur uit RNA (en een celwand) bestaat is dus gewoon mogelijk.
En van RNA weten we dat het bij een juiste mix van ingredienten (waarvan we weten dat het met bakken voorkomt in ons universum) spontaan kan ontstaan.
In het lab worden RNA cristallen gegroeid uit bouwstenen zonder dat daar andere genetische 'gereedschappen' bij nodig zijn. RNA kan dus puur op basis van scheikunde gevormd raken.
Darwins simpele 'moedercel' bestaat dus eigenlijk niet en evolutie/selectie is 'gewoon' een proces dat handelt in entropie en op alle nivo's speelt.
Leven is een gespecialiseerd systeem dat energie tapt uit de druk/potentie van entropie om zich te egaliseren. Een beetje zoals zo'n propeller-fluitje die je aan een balon kan hangen.
Alleen de systemen die hun entropie laag genoeg houden om niet uit elkaar te vallen en hoog genoeg houden om interactie aan te kunnen gaan zullen
en hun vorm enigzins behouden
en flexibel genoeg zijn om zich te repliceren (complexe interactie met de buitenwereld).
Alle eisen voor leven maken onderdeel uit van deze band van prettige entropiedruk.
Zo is licht een prettige vorm van negatieve entropie (erg gestructureerd) waarbij de energie/structuur uit zonlicht bepaalde molecuulen wel laat schudden bij het verspreiden van die gestructureerdheid maar niet uit elkaar laat vallen. Dat schudden kan weer overgedragen worden op andere molecuulen (om werk te verrichten) en zo kan rondom licht zoiets als fotosynthese ontstaan. Het overgebleven 'schudden' kan dan als warmte afgevoerd worden richting omgeving.
Leven is dus eigenlijk als een windmolen draaiend in de wind van entropie...