De Tweede Kamer heeft zijn zorg uitgesproken over valse concurrentie door de publieke omroep NOS. Die zou het andere media moeilijker maken met zijn internetactiviteiten. Er moet kritisch naar de NOS worden gekeken, vindt de Kamer.
Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat er kritisch naar de NOS wordt gekeken om te voorkomen dat andere media op het internet in het nauw worden gedrukt. Dat schrijft Nu.nl. Onlangs trokken de Volkskrant en De Telegraaf aan de bel, omdat ze op het internet last zouden hebben van de NOS.
Volgens het CDA moet er geen sprake zijn van valse concurrentie. Die opvatting wordt gedeeld door onder meer GroenLinks; die partij is van mening dat publiek geld niet is bedoeld om 'te concurreren met andere snelle onlinemedia'. De VVD vindt dat de websites van de publieke omroep reclamevrij moeten worden. D66 wil onderzoeken of materiaal van de NOS makkelijker door andere media kan worden gebruikt. De PVV is toch al tegenstander van een al te grote publieke omroep.
Kort nadat het huidige, inmiddels demissionaire kabinet aantrad, verschenen er plannen om de nieuwssites van de publieke omroep helemaal te laten verdwijnen. "Kranten moeten proberen op internet geld te verdienen, terwijl de omroepen dat soort beperkingen niet hebben. Het is oneigenlijke concurrentie", zei VVD-Kamerlid Anouchka van Miltenburg destijds. Uiteindelijk kwam het niet zover; het CDA steunde de plannen niet.
De directeur van de NOS, Jan de Jong, spreekt tegen dat de NOS de markt voor internetnieuws verstoort. Het is volgens hem niet de schuld van de NOS dat kranten geen geld weten te verdienen op het internet. "Het doet denken aan de auto-industrie die de trein ter discussie stelt omdat de autoverkopen tegenvallen", zo schreef hij eind mei op De Nieuwe Reporter.