Bradley Manning, de Amerikaanse militair die er van wordt beschuldigd geheime documenten te hebben gelekt aan Wikileaks, is volgens een VN-rapporteur tijdens zijn gevangenschap door de VS inhumaan en wreed behandeld.
Manning heeft na zijn arrestatie in mei 2010 elf maanden in eenzame opsluiting moeten doorbrengen. De vermeende Wikileaks-bron in de Cablegate-zaak mocht slechts een uur per dag naar buiten en contact met de buitenwereld werd hem vrijwel onmogelijk gemaakt, zo schrijft Juan Mendez, speciaal rapporteur voor de Verenigde Naties, in een rapport dat hij opstelde na een onderzoek van veertien maanden.
Volgens Mendez zijn er strenge strafmaatregelen opgelegd aan een persoon die nog niet schuldig is bevonden. Dit zou een schending zijn van de fysieke en psychische integriteit van een nog niet veroordeelde verdachte. Mendez stelt tegenover The Guardian dat er sprake is van een inhumane, vernederende en wrede behandeling die in strijd is met artikel 16 van het VN-verdrag tegen marteling.
De VN-rapporteur zegt niet feitelijk te kunnen concluderen dat Manning is gemarteld, omdat hij van de Amerikaanse autoriteiten geen toestemming kreeg om zonder monitoring te praten met de 24-jarige soldaat. Mendez is van mening dat de Amerikaanse autoriteiten Manning bewust in eenzame opsluiting hebben gehouden in een poging een bekentenis af te dwingen of om de soldaat belastende verklaringen te laten afleggen.
De Amerikaanse overheid heeft altijd volgehouden dat er nooit sprake is geweest van enige vorm van marteling en dat Manning dezelfde behandeling kreeg als andere verdachten. Manning is inmiddels overgebracht naar een andere gevangenis waar hij in afwachting is van zijn proces voor de krijgsraad. In zijn nieuwe onderkomen zou hij aan een minder streng regime zijn onderworpen.