Panasonic heeft besloten zijn plasmapanelenfabriek in Amagasaki niet om te zetten in een fabriek voor zonnepanelen. Angst voor felle concurrentie vanuit China en voor een wereldwijd voorraadoverschot liggen ten grondslag aan het besluit.
Panasonic ziet definitief af van het plan vanwege een slecht economisch klimaat, de stijging van de yen ten opzichte van andere belangrijke valuta, en de sterke concurrentie vanuit China. In dat land zijn de producenten van zonnepanelen bezig met een opmars.
De Japanse producent wilde eerder zijn fabriek van plasmatelevisies naar een Chinees district verplaatsen. In plaats daarvan zou in het oude gebouw in Japan een nieuwe productiefaciliteit voor zonnepanelen komen, stelde Panasonic destijds. Panasonic gaat nu vooralsnog door met de productie van zijn lcd-schermen in de zogeheten Amagasaki #1-fabriek, schrijft The Wall Street Journal.
Het besluit is opmerkelijk omdat onlangs bekend werd dat Panasonic, de grootste producent van plasmaschermen, de productie van plasmapanelen in de Amagasaki #3-fabriek wilde staken, terwijl de fabriek pas twee jaar geleden in bedrijf werd genomen. In de fabriek worden naast 42"-panelen ook panelen met grotere beeldformaten geproduceerd, waaronder 150"-plasma-displays. De fabriek sluit volgens eerdere plannen in maart.
Of het afblazen van de conversie naar een zonnepanelenfabriek invloed heeft op de sluiting van de andere fabriek, is niet duidelijk. Wel is zeker dat Panasonic financieel in zwaar weer verkeert; de Japanse fabrikant leidt al sinds 2008 verlies op zijn tv-divisie. Het bedrijf zou mede daardoor een van zijn lcd-fabrieken willen verkopen en de productie van plasmatelevisies willen terugschroeven.