De Amerikaanse zonnepanelenfabrikant Solyndra heeft een rechtszaak aangespannen tegen een drietal Chinese fabrikanten. Deze worden ervan beschuldigd te hebben samengespannen om Solyndra van de markt te drukken.
Volgens Solyndra hebben de Chinese bedrijven Suntech, Trina en Yingli samengewerkt bij het massaal verkopen van goedkope zonnepanelen, in een poging om bedrijven zoals Solyndra failliet te laten gaan. Ook de Chinese overheid en banken zouden hierbij betrokken zijn geweest. De aangeklaagde bedrijven zouden hun zonnepanelen voor dumpprijzen verkopen om zo de concurrentie geen kans te geven, waarbij de Chinese overheid en de banken waarschijnlijk voor de benodigde financiering zorgden.
In de rechtszaak zullen advocaten proberen aan te tonen dat de Chinese bedrijven op onrechtmatige wijze pogingen hebben gedaan om een monopolie te krijgen op de markt voor zonnepanelen. Woordvoerders van de aangeklaagde bedrijven hebben inmiddels laten weten zich niet te kunnen vinden in de aanklacht en zich te zullen verdedigen. Daarbij wil Solyndra een schadevergoeding van maar liefst 1,5 miljard dollar.
Ondertussen heeft Solyndra al een faillisement aangevraagd, maar dit stuitte op verzet. Dat komt met name omdat de Amerikaanse overheid een bedrag van meer dan een half miljard dollar heeft geïnvesteerd voordat het bedrijf failliet ging. Momenteel zou het bedrijf nog bestaan als 'lege schil'. Met een mogelijke schadevergoeding zou Solyndra dan zijn activiteiten weer kunnen hervatten.
Het is niet de eerste keer dat er klachten worden geuit over Chinese fabrikanten van zonnepanelen. Eerder klaagden Duitse fabrikanten al dat zij last hadden van de 'dumpprijzen' van de Chinezen, waarbij de overheid werd gevraagd om 'anti-dump-maatregelen' in te stellen.