Microsoft heeft op een symposium in Santa Barbara nieuwe touchprojector-technologie getoond. Het OmniTouch-project is een verdere ontwikkeling van de Skinput-technologie en heeft als verbetering onder meer een Kinect-dieptesensor.
De OmniTouch-technologie is ontwikkeld door Andy Wilson en Hrvoje Benko van Microsoft Research, en Chris Harrison, een student van Carnegie Mellon. Deze laatste was eerder al verantwoordelijk voor de Skinput-technologie. Dit onderzoeksproject bestond uit een picoprojector, die een beeld op een arm of hand kon projecteren, en sensoren die een vingerbeweging konden herkennen. De nieuwe OmniTouch-technologie breidt het systeem uit met onder meer een Kinect-dieptesensor die schuin over de schouder 'meekijkt'.
De combinatie van picoprojector en Kinect-camera maakt het mogelijk om niet alleen armen en handen als projectieoppervlak te gebruiken. Nu kan het interactieve beeld ook op bijvoorbeeld tafels en papier geprojecteerd worden. Het systeem kan via de Kinect-sensor vingers herkennen en zien of deze een bepaald oppervlak aanraken.
Bij de demonstratie van de OmniTouch-technologie op het ACM-symposium voor User Interface Software and Technology werd onder meer een tekenprogramma getoond waarbij op de hand de kleur gekozen kon worden, terwijl tegelijkertijd een tekenvlak geprojecteerd werd. Ook werd de mogelijkheid getoond om teksten in pagina's te omcirkelen of te onderstrepen, om een slider met een vinger te bewegen en een virtueel toetsenbord te projecteren.
Het systeem ondersteunt ook multitouch. Zo kunnen foto's bijvoorbeeld via het pinchen met vingers, net als bij de meeste huidige smartphones en tablets en bij Microsofts Surface-technologie, vergroot, verkleind en gedraaid worden. Voor de bediening ondersteunt het systeem een geneste menustructuur waarbij menulijsten met knoppen gesleept kunnen worden.