Het Nederlandse robotvoetbalteam heeft in Singapore de finale van het wereldkampioenschap verloren van China. De gedoodverfde kampioen verloor met 5-4. Nederland werd vertegenwoordigd door de Technische Universiteit Eindhoven.
Nederland werd op het WK robotvoetbal vertegenwoordigd door het team TechUnited van de Technische Universiteit Eindhoven. De robots worden ontwikkeld door studenten met uiteenlopende studies; van biomedische technologie tot werktuigbouwkunde.
Het Nederlandse team wist in de voorrondes de Chinese finalist, genaamd Water, al twee keer te verslaan met klinkende cijfers: 8-1 en 9-3. Het Tu/e-team was dan ook torenhoog favoriet om de titel mee naar huis te nemen. Het liep echter anders. De teams waren de rust ingegaan met een tussenstand van 3-3, maar de Chinezen wisten met fysiek sterk spel aan de bal te blijven en konden daardoor in de tweede helft een voorsprong nemen. Teamleider Rob Hoogendijk bekijkt de verloren finale van de zonzij: "We hebben de laatste wedstrijd misschien net niet gewonnen, maar we hebben dit toernooi prachtig voetbal gespeeld. De mooie acties zijn het resultaat van een jaar lang intensief ontwikkelen en onderzoek."
In tegenstelling tot bij landenvoetbaltoernooien voor mensen kan een land meer dan één team afvaardigen. Zo heeft Portugal een team van de universiteit van Porto en een van de universiteit van Aveiro. Dat laatste team, genaamd Cambada, werd in april door het Nederlandse team verslagen in de finale van het Europees kampioenschap in de Duitse stad Magdeburg. Deze keer moesten de Portugezen ook het onderspit delven, nu in de halve finale.
Een wedstrijd duurt twee keer een kwartier. De robots spelen in dat halve uur volledig autonoom. Aan de hand van camera's bepalen de robots waar de tegenstander, de bal en het doel zich bevinden. Met deze informatie worden de strategie en aansturing automatisch bepaald. Een team bestaat uit zes robots: vier spelers, een keeper en een reserve.