Intelligentie is niet wat een IQ-test meet, want intelligentie is te complex om gemakkelijk meetbaar te maken.
Een IQ-test is dan ook niet ontwikkeld om intelligentie te meten, maar de slagingskans om opleidingen te voltooien. Vervolgens blijkt dan vaak in praktijk dat mensen die daar hoog op scoren niet beter in staat zijn om het leven te slagen. De tests zijn immers daar helemaal niet op afgestemd. Vandaar dat men later het idee van de EQ-test heeft ontwikkeld.
Mensen met een hoog IQ willen natuurlijk dolgraag IQ als hoge algemene intelligentie interpreteren. Waarschijnlijk is het realistischer dat er vele aspecten aan intelligentie kleven waar mensen op meerdere of mindere mate zijn gespecialiseerd. En verder dat een intelligentie in algemene zin samenhangt met gezondheid van de geest. Zoals lichamelijke prestaties ook veel facetten heeft, maar de prestaties in algemene zin met de lichamelijk gezondheid te maken hebben.
IQ is maar een aspect, maar belangrijk geworden omdat de maatschappij daar op een overdreven wijze mensen op is gaan selecteren. Dat is erg doorgeslagen. Zo wordt er geen rekening meer gehouden met verschillende leersnelheden en worden mensen die een opleiding in een lager tempo wel zouden kunnen afronden en misschien heel goed zouden kunnen zijn in het beroep in vroeg stadium uit het leerproces gehaald, omdat uit kostenoverwegingen alles zo snel mogelijk moet.
Een hoog IQ is een talent en zeker te waarderen net als andere talenten, maar ik durf in twijfel te trekken dat mensen met een hoger IQ in algemene zin beter denken of betere denkbeelden aanhangen, hoewel zij dat wel vaak van zichzelf menen.
Dit onderzoek is buitengewoon interessant omdat het ons inzicht kan geven in ons eigen denken. Mochten wij ooit kunstmatige intelligentie ontwikkelen dan toch waarschijnlijk op basis van neurale netwerken. Het leervermogen van zulke netwerken doet al menselijk aan. De hamvraag is of er ook daadwerkelijk een zelfbewust zijn in gaat ontstaan of dat wij het die aan kunnen leren. Zal het op een bepaald moment zelf tot de conclusie komen: "ik denk dus ik besta" of zal het slechts blijven bij een emulatie. Ik vind zelf de turing-test niet maatgevend, want daarin wordt de emulatie van intelligentie gelijk gesteld aan intelligentie. Als ze gelijk reageren, dan is het het zelfde.
Daar kun je nog nogal wat op afdingen. Wij zijn ons zelf bewust van onze bewustzijn en omdat wij andere mensen als soortgelijk beschouwen, willen wij daarom ook bewustzijn bij hen aannemen al reageren maar al te vaak alsof dat niet zo is. Een kunstmatige intelligentie is niet soortgelijk, dus het is een veel grotere stap om daar zelfbewustzijn te veronderstellen. Zelfbewustzijn gaat verder dan bewustzijn, het is de beleving van een eigen identiteit.
Ik krijg persoonlijk de indruk dat individuele dieren dat ook in meer of mindere mate hebben, al dringt dit pas langzaam door en worden ze nu nog in concentratiekampen gestopt die kwa vernietiging en lijden overeenkomen met die ook op mensen werden toegepast waar men geen bijzondere waarde meer aan hechtte.
Met het zelfbewustzijn ontstaat ook de mogelijkheid tot beschadiging van die identiteit of wat wij geestelijk lijden noemen. Dan ontstaat de vraag is of je kunstmatige intelligentie niet onvervreemdbare rechten moet verlenen.
Hoewel dit onderzoek wezenlijk is voor de mens als soort op zoek naar zijn identiteit, vraag ik mij wel af of we niet een beetje te hard lopen. De kans is groot dat dit straks de vertaling krijgt in de gewetenloze vechtmachine die door even gewetenloze machthebbers nog gemakkelijker kan worden ingezet. Ze zullen het heerlijk vinden om eindelijk te beschikken over een leger wiens loyaliteit geprogrammeerd kan worden en niet langer afhankelijk is van gevoeligheden.
En hoewel iedereen dit gevaar levensgroot ziet opdoemen en de fimindustrie louter doemscenario' s produceert, gaat men even onverstoorbaar verder met de fatalistische instelling dat je "vooruitgang" niet kan tegenhouden. Terwijl juist dat onvermogen ons zou moeten tegenhouden. Maar kennelijk is de vrije wil niet zo vrij en zo blijft het voor ons altijd weer een verrassing wat wij nu weer doen, hoe stom we het vinden.
Dat is de paradox van de wetenschap, het vergroot onze macht, zonder onze macht om sturing te geven aan die macht te vergroten, wij blijven even primitief. De computerspelen die wij nu spelen zijn nog steeds even dierlijk primitief als toen de mens nog met slag en steekwapens elkaar naar het leven stond. Van enige sophisticatie in afwegingen is niets te merken, eerder is het zo dat de effectiviteit van de wapens het mensen gemakkelijker maakt om ze in te zetten.
Iemand van dichtbij een zwaard in zijn lijf te steken was voor de meeste volkeren toch lastige opgave. Een historicus verklaarde het succes van de Romeinen ook wel eens met het gemak waarmee zij gaten in andere mensen maakten. In een samenleving waarin de macht goed is gedistribueerd zullen deze machtsmiddelen geen probleem vormen, maar grote machtconcentraties zullen machtsmiddelen altijd gebruiken om hun macht verder te vergroten. Het idee van wetenschappers dat ze hiermee het geluk van de mens vergroten is naïef.
Wat ook paradoxaal aan artificiële intelligentie is, is dat het vaak juist het eerst ingezet wordt om hoog gespecialiseerde taken te vervangen waarvoor deskundigheid vereist is. Juist de kundigheid van hoogopgeleiden is het meest interessante toepassingsgebied. Zo blijkt de knowhow van bijv. een artsspecialist goed aan te leren is. Dom machines nemen dom werk over, slimme machines slim werk. Niet alleen de soldaat maar ook de strategieën van officier laten zich best aanleren. Dat laatste is een stuk gemakkelijk dan een machine creeren die zich zelfstandig kan handhaven in een willekeurige omgeving. Strategien zijn immers als gesynthetiseerde probleemstellingen.
[Reactie gewijzigd door Anoniem: 34296 op 23 juli 2024 09:36]