Deskundigen die het neerstorten van Air France vlucht 447 onderzoeken, vermoeden dat een opeenstapeling van computerproblemen, veroorzaakt door defecte meetapparatuur, de piloten de controle over de Airbus A330 heeft ontnomen.
Op 1 juni verdween vlucht AF447 van Rio de Janeiro naar Parijs plots van de radar. Het toestel was verzeild geraakt in een hevige storm boven de Atlantische oceaan en stortte neer. Alle 228 inzittenden kwamen daarbij om. De zwarte dozen zijn tot nog toe niet geborgen, al zou een mini-onderzeeër van de Franse Marine die de bodem afspeurt al wel signalen hebben opgepikt. Onderzoekers die de rampvlucht bestuderen, schetsen een eerste scenario waarin een opeenstapeling van problemen met de boordcomputers en meetapparatuur van het A330-toestel tot de crash leidde, hoewel zij het daarbij vooralsnog moeten doen zonder informatie uit de zwarte dozen. Wel zijn er de nodige aanwijzingen vergaard aan de hand van geborgen brokstukken en de automatische statusberichten die het toestel vlak voor de crash verstuurde.
De systemen in moderne toestellen als de Airbus A330 opereren grotendeels geautomatiseerd. Er zijn echter inmiddels meer gevallen bekend waaruit blijkt dat de boordcomputers van de A330 op tilt kunnen slaan wanneer de snelheidssensoren van het toestel defect zijn geraakt. Zo schrijft The Wall Street Journal over de problemen met een A330-toestel van Northwest Airlines. Deze vloog bij daglicht van Hong Kong naar Tokyo en kwam in een storm terecht waardoor turbulentie ontstond. In nog geen minuut gaven bijna alle snelheidsmeters aan dat het toestel vaart had verminderd. Ook automatische systemen die de snelheid en hoogte moesten vasthouden, hielden ermee op. Pas na drie minuten, toen de piloot uit het stormgebied wist te vliegen, normaliseerden de systemen weer.
De Franse piloten van vlucht 447 vlogen in de fatale nacht een waarschijnlijk veel heviger storm in. De onderzoekers vermoeden dat de piloten na enkele waarschuwingen zeer snel de automatische piloot en de automatische controle over de flaps verloren, terwijl deze bij snel wijzigende informatie over de snelheid de controle juist direct had moeten vrijgeven. Daarna zouden de piloten zijn bestookt met waarschuwingen over diverse andere storingen, waarna vermoedelijk werd gepoogd om zowel het hoofd- als het backupsysteem te herstarten.
De onderzoekers hebben nog geen duidelijke aanwijzingen wat er daarna in de cockpit gebeurde, maar er wordt rekening mee gehouden dat de piloten door tegenstrijdige informatie en de talloze storingsmeldingen van de boordcomputer hebben getracht de snelheid van het toestel te verhogen. Bij een te hoge snelheid kunnen delen van het toestel afbreken, waarna het toestel reddeloos neerstort.
Ondanks de nieuwe aanwijzingen houden de onderzoekers er sterk rekening mee dat er naast de mogelijk defecte snelheidsmeters - ook bekend als pitotbuizen - nog een tweede oorzaak moet zijn voor de crash. Ondertussen dringt zich de vraag op of piloten voldoende getraind zijn om alle mogelijke scenario's aan te kunnen waarbij computersystemen van moderne toestellen op hol slaan en onjuiste informatie geven. Zo zouden veel luchtvaartmaatschappijen hun piloten uit financiële overwegingen onvoldoende tijd gunnen om in vluchtsimulatoren dergelijke situaties te ervaren en op te lossen.