Uit een onderzoek naar een vliegincident met een Airbus A330 van de Australische luchtvaartmaatschappij Qantas, waarbij 119 gewonden vielen, is gebleken dat de oorzaak lag bij een foutief algoritme in de boordcomputer van het toestel.
Op 7 oktober 2008 maakte een Airbus A330 tweemaal een geheel onverwachte duikvlucht. Het verkeersvliegtuig van Qantas had op dat moment 303 passagiers en 12 bemanningsleden aan boord. Door de plotselinge dalingen raakten 110 passagiers en negen bemanningsleden gewond, van wie 12 ernstig. Veel inzittenden vlogen door de cabine en raakten, omdat zij geen gordel om hadden, met hun hoofden lockers en het plafond. Bovendien viel kortstondig de cabinedruk weg.
De piloten zouden tijdens het incident zijn overstelpt met incorrecte waarschuwingen en onjuiste indicaties van de hoogte en de snelheid. Ook werd de automatische piloot uitgeschakeld. De piloten wisten na een noodoproep een noodlanding te maken op het vliegveld van de Australische plaats Learmonth.
Australische autoriteiten stelden een onderzoek in naar het incident. Uit het onderzoek, dat ruim drie jaar in beslag nam, is gebleken dat een van de drie snelheidssensoren onjuiste informatie doorgaf aan de boordcomputer. Deze besloot, na de foutieve input te hebben verwerkt, om de Airbus flink te laten dalen, zo meldt Fairfax Media.
Behalve het defect aan de snelheidssensor constateerden de onderzoekers dat een algoritme in de boordcomputer die de snelheidsinformatie moet verwerken, niet in staat was om de incorrecte snelheidsinformatie van slechts één sensor op een juiste manier te verwerken. Twee soortgelijke incidenten zouden zich hebben voorgedaan bij een Airbus A330 en A340, toevallig beide van Qantas. Inmiddels zou Airbus de software in de boordcomputer hebben aangepast, waardoor de onderzoekers er vrij zeker van zijn dat soortgelijke incidenten niet meer zullen voorkomen.