Computerfabrikant Acer is door twee Amerikanen aangeklaagd omdat zij van mening zijn dat het bedrijf nooit Windows Vista als besturingssysteem op een laptop met slechts één gigabyte aan werkgeheugen had mogen installeren.
Het Amerikaanse stel kocht in april 2008 een Acer Aspire 4520-5458 voor een bedrag van 568 dollar, of ongeveer 430 euro. De laptop, die inmiddels ongeveer 450 dollar kost, werd verkocht met een installatie van Microsofts besturingssysteem Windows Vista Premium. Bij de aanbevolen systeemeisen van dat os staat dat naast 1GB werkgeheugen ook 128MB geheugen voor de grafische kaart aanwezig moet zijn. De Aspire werd echter met slechts 1GB geheugen geleverd, waaruit ook de gpu moest putten. Volgens de aanklacht zouden de kopers bij Acer geklaagd hebben over de tegenvallende prestaties, maar zou een medewerker van het bedrijf de zaak hebben afgedaan met de opmerking dat de minimum-systeemeisen van Vista 512MB geheugen voorschrijven.
Volgens de website van Microsoft is dat inderdaad het geval, maar is 512MB alleen voldoende in combinatie met Vista Home Basic. Voor de Premium-editie, die met de laptop werd geleverd, is 1GB vereist, waarbij de videokaart dus nog eens van 128MB geheugen voorzien dient te zijn. Het tweetal zag zich genoodzaakt het geheugen van de Aspire uit te breiden teneinde de laptop te laten functioneren zoals hen was voorgespiegeld. Met de rechtszaak willen de aanklagers Acer voor de bijkomende kosten verantwoordelijk stellen en eisen ze een schadevergoeding van het bedrijf. Bovendien willen zij van hun rechtszaak tegen Acer een zogenoemde class action-zaak maken, zodat ook andere gedupeerden voor een vergoeding in aanmerking kunnen komen.
