Amerikaanse onderzoekers hebben een methode ontwikkeld om individuele fotonen te routeren door gebruik te maken van individuele atomen. De quantumtoestand van de atomen bepaalt de route van de fotonen.
Het routeren van fotonen is normaal gesproken iets triviaals: glasvezel doet het bijvoorbeeld al aardig. Pas wanneer fotonen een bepaalde kant op moeten worden gestuurd die afhankelijk is van bepaalde voorwaarden, wordt het lastiger. In dat geval is het routeren onderdeel van de quantumberekening en moet dit stuurproces dynamisch verlopen. Een groep onderzoekers van het Californische Institute of Technology hebben een manier ontwikkeld om fotonen conditioneel te routeren. De onderzoekers zetten daartoe een stuk uitgerekt glasvezel in, een micro-toroïd en supergekoelde cesiumatomen.
Fotonen in glasvezel kunnen naar de toroïd, een sterke resonator, tunnelen. Door de resonerende eigenschappen van de toroïd blijven de fotonen relatief lang opgesloten, gedurende welke tijd ze met cesium-atomen worden bestookt. Dat bestoken met cesium-atomen heeft tot gevolg dat de fotonen niet langer in de toroïd passen en zich met de atomen associëren. Afhankelijk van de richting waaruit de fotonen naar de cesium-atomen aangetrokken worden, zullen de elektronen van het atoom in een bepaalde richting trillen. Wanneer het foton weer wordt afgestoten richting toroïd, zal het lichtdeeltje in tegenovergestelde richting in de toroïd bewegen. Vervolgens tunnelt het foton weer terug de glasvezel in, en zal wederom in tegenovergestelde richting van zijn oorspronkelijke richting bewegen. Zo beïnvloedt een cesium-atoom de richting van het foton en wordt de beweging ervan omgekeerd mits een atoom aanwezig is.
Op deze manier kunnen cesium-atomen gebruikt worden om individuele fotonen van richting te doen veranderen, ook al worden meerdere fotonen door de glasvezel gestuurd. Een tweede voordeel van het systeem is de geringe precisie die benodigd is: de afstanden tussen glasvezel en toroïd en tussen cesium-atomen en toroïd hoeven niet zeer precies te zijn. Met deze methode kunnen onderzoekers de bewegingsrichting van afzonderlijke fotonen beïnvloed laten worden door de quantumtoestand van cesium-atomen: de atomen kunnen immers in een superpositie worden gebracht, waarbij waarschijnlijkheid dicteert of een foton doorgelaten of tegengehouden wordt.
