De beslissing van Qimonda om gddr4-geheugen over te slaan zal volgens het bedrijf niet alleen voor de consument, maar ook voor de industrie gunstig uitpakken. De massaproductie van gddr5-geheugen moet al volgend jaar van start gaan.
Geheugenfabrikant Qimonda is eind 2007 begonnen met de fabricage van gddr5-geheugen. Volgens Qimonda-geheugenspecialist Robert Feurle zal zijn bedrijf in 2009 de overstap van gddr3 naar gddr5 voor de massa mogelijk maken. Nu al is het snelle en zuinige geheugen voor enthousiastelingen mondjesmaat verkrijgbaar. Het geheugen zit bijvoorbeeld in de ATI Radeon-kaarten met de RV700-chip. Volgens Feurle zal Qimonda in de komende drie maanden het zwaartepunt bij de productie verleggen van 512Mb-chips naar chips met een capaciteit van 1 gigabit. Volgens de roadmap moeten chips van 2Gb in 2010 volgen, terwijl ook 4Gb al op de kaart zou staan.
Naast een grotere capaciteit werkt Qimonda ook aan chips met meer bandbreedte: momenteel bieden de gddr5-geheugenmodules een snelheid van 4 tot 5Gbps, maar een platform dat snelheden van 6,4Gbps haalt, verkeert al in het prototype-stadium. Volgens Qimonda zullen de consumenten van deze grotere capaciteiten en snellere geheugenchips profiteren: grafische kaarten zouden een prestatiewinst van 40 procent vertonen ten opzichte van die met gddr3-geheugen. Ook fabrikanten zouden profiteren: pcb's zouden dankzij betere signaaloverdracht met vier in plaats van zes lagen toe kunnen als gddr5-geheugen wordt toegepast. Ook kunnen de chips met een spanning van 1,2 volt hun werk doen, wat volgens Qimonda nog naar 1,0 volt verlaagd kan worden. Daardoor zouden aparte spanningsregulators achterwege kunnen blijven, wat nog een besparing voor fabrikanten op zou leveren.