De Riaa heeft de aanklacht wegens filesharing tegen Marie Lindor onverwacht ingetrokken. De organisatie diende echter tegelijkertijd een klacht tegen Lindor en haar advocaat in, wegens frauduleuze verklaringen en geknoei met bewijsmateriaal.
Begin 2006 werd Marie Lindor aangeklaagd door de Riaa omdat er via haar internetaansluiting in 2004 muziek zou zijn aangeboden. Na veel juridisch gekrakeel heeft de muziekorganisatie deze week onverwacht de rechter verzocht om de aanklacht te laten vallen, overigens zonder daarbij te erkennen dat Lindor onschuldig is. Volgens de Riaa is het namelijk niet meer mogelijk om genoeg bewijs te leveren, omdat de aangeklaagden valse verklaringen hebben afgelegd en bewijsmateriaal hebben laten verdwijnen.
Lindor had verklaard dat er ten tijde van de vermeende auteursrechtenschending niet eens een computer in haar huis aanwezig was, maar volgens de Riaa logeerde haar dochter daar destijds en had zij haar computer meegebracht en aangesloten op internet. Pas lang nadat de rechtszaak was begonnen, heeft ze deze weggegooid, mogelijk pas in maart van dit jaar. De Riaa beschouwt dit als het doelbewust vernietigen van bewijsmateriaal.
De muziekorganisatie heeft verder nog diverse aanklachten tegen Lindor en haar advocaten ingediend, onder meer vanwege het afleggen van valse verklaringen, het tegenwerken van het onderzoek en het afgeven van aan harde schijf die duidelijk niet degene was waar om was gevraagd. Volgens de Riaa is het bewijs van auteursrechtenschending door dit geknoei met geen mogelijkheid meer te leveren. De Riaa ziet dan ook geen andere mogelijkheid dan de aanklacht in te trekken, maar wil wel schadevergoeding voor zijn juridische kosten. Verder heeft de organisatie aan de rechter gevraagd om sancties tegen de verdachte en haar advocaat te treffen wegens het belemmeren van het onderzoek.