Het maandag gelanceerde Europese betaalsysteem Sepa, waarmee het Nederlandse pin-systeem verdwijnt, kan banken de eerste vier jaar een besparing van 123 miljard euro opleveren, maar zou ook 43 miljard euro extra kunnen kosten.
Dat blijkt uit een studie die Capgemini voor de Europese Commissie heeft uitgevoerd. Volgens de verantwoordelijke Eurocommissaris Charlie McCreevy toont het onderzoek aan dat banken erbij gebaat zijn zo snel mogelijk naar het nieuwe systeem te migreren als ze er financieel profijt uit willen halen. Sepa staat voor Single European Payments Area.
Niet alles verloopt volgens plan, aldus Computing. Zo had de formele lancering van Sepa eigenlijk al op 1 januari plaats moeten vinden, terwijl de deadline voor het binnen 24 uur uitvoeren van nationale betalingen werd verschoven naar mei van dit jaar. De deadline om internationale betalingen binnen dit tijdsbestek uit te voeren is zelfs twee jaar opgeschoven. Banken blijken terughoudend te zijn als het gaat om het investeren in de benodigde technologie, en consumenten oefenen weinig tot geen druk op de banken uit, zo stelt Capgemini in zijn onderzoeksrapport.
Het verdwijnen van het Nederlandse pinsysteem kan illustratief genoemd worden voor de trage adoptie van Sepa door de banken. De Nederlandse banken zitten niet op een wijziging van dit betaalsysteem te wachten, omdat het relatief goedkoop is en omdat het nog niet duidelijk is wat er voor in de plaats gaat komen.
Banken vrezen een duurder systeem dat lastig aan klanten en winkeliers is uit te leggen. Ze hebben dan ook besloten om het pinsysteem 'zo lang als nodig is' in de lucht te houden. Uiterlijk in 2013 moet het vervangen zijn door een nog te ontwerpen Europees systeem, of door een Amerikaans systeem zoals Visa of Maestro.
Naast het op de schop gaan van het pinsysteem is de wijziging in de bankrekeningnummers de meest zichtbare verandering die Sepa met zich meebrengt. Europese bankrekeningnummers zullen achttien tekens lang worden, en staan al op rekeningafschriften vermeld als het Iban-nummer. Deze nummers, die zijn opgebouwd uit een landcode, een controlegetal, een bankcode en het oorspronkelijke rekeningnummer, zijn al jaren gemeengoed in het internationale betalingsverkeer, maar moeten nu ook nationaal gaan worden gebruikt. De banken onderzoeken nog hoe, hoewel het Iban logisch is opgebouwd, deze verandering zo eenvoudig mogelijk aan de klant kan worden uitgelegd.