Linux-ontwikkelaar Red Hat gaat de KVM-virtualisatiesoftware standaard met de gratis distro Fedora meeleveren. Fedora 7 krijgt daarmee een volwaardig alternatief voor Xen, dat alleen met de betaalde Red Hat Enterprise-pakketten wordt uitgeleverd.
KVM is zogeheten paravirtualisatiesoftware, wat wil zeggen dat het zonder onderliggend besturingssysteem kan draaien. Dat maakt aanzienlijk vlottere communicatie tussen virtuele machines en fysieke hardware mogelijk: zo zou netwerkverkeer een factor dertig sneller kunnen verlopen. Concurrent Xen, dat zich voor zijn paravirtualisatiepakket laat betalen, heeft ook een gratis virtualisatieprogramma in de aanbieding. Dat heeft echter weer een 'host operating system' nodig om te functioneren, en is daarmee substantieel langzamer dan KVM. Dit opensourcepakket haalde vorige maand een andere slag binnen: toen werd bekend dat KVM vanaf versie 2.6.20 in de Linux-kernel geïntegreerd zal worden. De ontwikkelaars zijn reuze trots op de snelle progressie die hun pakket doormaakt, maar waarschuwen wel dat er nog veel werk te doen is. Red Hats KVM-specialist Ingo Molnar beweerde dat 'het nog wel een jaar duurt, voordat we het punt bereiken waar Xen nu al is.'