Pci-Sig, de organisatie die verantwoordelijk is voor de pci-e-standaard, heeft de specificaties voor versie 2.0 van de seriële interface online gezet. De snelheid is verdubbeld, maar dat is niet ten koste van backwards compatibility gegaan.
Het werk aan de 'PCI Express Base 2.0 Specification' begon kort na de publicatie van de eerste versie in 2004, en vorig jaar herfst werd de nieuwe spec afgerond. De organisatie noemt zelf de verdubbelde signalling rate het belangrijkste kenmerk: versie twee voorziet in vijf gigatransfers per seconde, waarmee elke lane goed is voor een overdrachtssnelheid van ongeveer een gigabyte per seconde. Dat is niet alleen fijn voor grafische kaarten, die zelden genoeg bandbreedte tot hun beschikking hebben; kaarten die wél genoeg aan een beperkte hoeveelheid data hebben, kunnen desgewenst ook met minder lanes worden uitgerust.
Voor de consument is het goed te weten dat de nieuwe versie geheel compatibel is met de vorige spec: alle hardware die aan de specificaties van versie 1.1 voldoet, kan samen met 2.0-apparatuur worden gebruikt. Fabrikanten krijgen verder een reeks nieuwe features tot hun beschikking. Zo kan een kaart met meer dan een functie gedeeltelijk worden gereset zonder de overige taken te hinderen, de snelheid van een interconnect kan softwarematig geregeld worden en met behulp van 'access control services' kunnen kaarten onderling communiceren. Erg welkom is ook de 'power limit redefinition'-functionaliteit, waarmee extra vermogen aan een kaart kan worden toegewezen. Of er daarmee een eind gemaakt kan worden aan de extra voedingsconnectoren die tegenwoordig op high-end grafische kaarten worden aangetroffen, is nog onduidelijk, maar dat er goed naar de gebruikers is geluisterd mag duidelijk zijn.