Het Amerikaanse hooggerechtshof zal de klacht van AT&T tegen Microsoft bekijken. De telecomgigant is namelijk van mening dat de softwarebouwer een gepatenteerde technologie met betrekking tot spraakherkenning in zijn Windows-besturingssysteem gebruikt heeft. De rechters uit het 'Supreme Court' moeten nu bepalen of Microsoft een schadevergoeding moet betalen voor de Windows-exemplaren met deze technologie die buiten Amerika verkocht zijn. In juli 2005 werd door een rechter nog bepaald dat het in het buitenland verkopen van software de verkoper niet vrijwaart van boetes of schadevergoedingen als de zogenaamde 'master versie' van de software in de Verenigde Staten gemaakt werd. Deze uitspraak houdt in dat men niet onder de patentwetgeving uit kan komen door producten internationaal te verhandelen.
Victor de Gyarfas, een advocaat gespecialiseerd in patentzaken, stelt dat de uitspraak van het hooggerechtshof zwaarwegende gevolgen zal hebben en dat er mogelijk honderden miljoenen dollars mee gemoeid zijn. Microsoft beargumenteert dat een 'master copy' van Windows naar het buitenland verscheept werd en dat het bedrijf bijgevolg niet financieel aansprakelijk gehouden hoeft te worden voor de patentschending die met behulp van die buitenlandse Windows-installaties gepleegd wordt. Het hof van beroep was het met die argumentatie echter niet eens en dus bracht de softwarebouwer de zaak voor het hooggerechtshof. Het feit dat deze rechtbank, de hoogste van Amerika, de zaak in behandeling wil nemen, is alvast een eerste meevaller voor Microsoft. Bovendien lijkt het erop dat het hooggerechtshof steeds meer patentzaken in behandeling wil nemen en dat is een indicatie voor het feit dat de patentwetgeving in Amerika mogelijk zijn langste tijd gehad heeft.