Microsoft heeft bekendgemaakt het backupsoftwarepakket System Center Data Protection Manager (DPM) te hebben uitgebracht. Met de software worden momentopnames van data gemaakt die op Windows-servers staat. Dit gebeurt op gezette tijden met een maximum van acht keer per dag, waarmee het een semi-continue oplossing is in vergelijking met het vorige maand uitgekomen Tivoli-pakket van IBM, dat continu backups maakt. Voor Microsofts DPM is Windows Server 2003 nodig. Het pakket is verkrijgbaar vanaf 950 dollar; daarvoor mag het op één server worden geïnstalleerd en kunnen backups worden gemaakt van maximaal drie servers.
Volgens Microsoft kan de software bedrijven helpen bij de transitie van decennia-oude tape-backupsystemen naar moderne schijfgebaseerde systemen. Dit heeft als voordeel dat er geen gespecialiseerd personeel nodig is maar dat eindgebruikers de data zelf kunnen backuppen en terughalen. Een ander voordeel is dat het backup-proces niet altijd hele bestanden hoeft te verplaatsen zoals bij tape-backups nodig is; vooral bij grote bestanden zoals databases zou erg veel tijd te winnen zijn. Microsoft is momenteel zelf bezig zijn oude tapesystemen te vervangen en verwacht in twee jaar tijd 2,7 miljoen dollar te besparen door het gebruik van het DPM-pakket in 130 kantoren. Het bedrijf meldt de backuptijd van 300GB aan data in een van die kantoren te hebben teruggebracht van acht uur tot tien minuten.