Apple-topman Steve Jobs heeft enkele dagen geleden de opvolger van de iPod mini gepresenteerd: de iPod nano. Opvallend aan deze nieuwe audiospeler is het feit dat gebruikgemaakt wordt van flashopslag in plaats van een harde schijf, dat een kleurenscherm aanwezig is en dat de iPod nano opnieuw een stukje kleiner, dunner en lichter is gemaakt in vergelijking met zijn voorgangers. Time heeft via een interview met Jobs vernomen hoe de iPod nano ontwikkeld is. Het begon allemaal negen maanden geleden op het moment dat de iPod-ontwerpers besloten dat de mini nog beter gemaakt moest worden; de iPod mini was op dat moment slechts 11 maanden oud. Dat was echter geen reden voor Apple om niet te proberen een product te ontwikkelen dat de iPod mini, de best verkopende iPod van dat moment, moest gaan vervangen. Veel andere bedrijven hadden zich daar wel door laten tegenhouden, aldus Gartner-analist Van Baker, maar Apple niet.
Om de iPod mini verder te verkleinen naar 'nano'-niveau, moest er veel gebeuren. Zo moest het schermpje verbeterd worden, omdat deze kleiner zou worden en dus scherper zou moeten zijn om minstens dezelfde hoeveelheid informatie te kunnen weergeven. De ontwikkeling van een beter scherm is gelukt, zelfs zo goed dat er een extra regel met informatie kan worden weergegeven. Verder moesten het click wheel, de accu en de overige chips aangepast worden, zodat deze klein genoeg zouden worden om in de iPod nano te passen. Dit alles is echter gelukt en het resultaat is een audiospeler die dunner is dan een potlood, minder weegt dan een mobiele telefoon, slechts een vijfde heeft van de omvang van de eerste generatie gewone iPods en in staat is om 4GB aan data te bevatten. Jobs is tevreden over het product, maar laat weten alweer bezig te zijn met nieuwe producten: "We're working on some stuff," Jobs says, with his best, most irritating Cheshire-cat smile.
