Novell heeft vandaag bekendgemaakt dat de open-source-implementatie van het .NET Framework, genaamd Mono, versie 1.0 bereikt heeft. Door gebruik te maken van Mono kunnen ontwikkelaars crossplatform applicaties schrijven die niet alleen op Windows-systemen zullen werken, maar ook op Mac OS X, Linux, Unix en vergelijkbare systemen. Mono is een product van het door Novell overgenomen Ximian en werd al in juli 2001 voor het eerst aangekondigd. Mono bevat onder andere een C#-compiler, een .NET compatible runtime en twee verschillende sets API's: een set die compatibiliteit met Microsofts .NET Framework verzorgt (inclusief ondersteuning voor ASP.NET, ADO.NET en een aantal andere componenten) en een set die allerlei Linux- en Unix-specifieke functies aanbiedt. Niet alle features van .NET versie 1.0 zijn aanwezig, de missende features zullen toegevoegd gaan worden via volgende releases.
De bètaversie, die op 4 mei werd vrijgegeven, is 50.000 maal gedownload en de verwachting is dat ook de final versie door een groot aantal ontwikkelaars gebruikt zal gaan worden. Tegelijk met de introductie van Mono 1.0 is een website geopend. Op die site is informatie terug te vinden over de toekomst van het project en er zijn allerhande tools en gedetailleerde informatie over Mono terug te vinden. Op dit moment wordt alweer gewerkt aan een volgende versie van Mono. Hierin zullen verschillende features van .NET versie 2 terug gaan komen. Microsoft wil deze .NET-versie in de eerste helft van volgend jaar introduceren; de Mono-implementatie hiervan, versie 1.2, zal eind 2004 gaan verschijnen. Microsoft ziet Mono niet als volwaardige concurrent. Volgens een manager van het softwarebedrijf is de eigen implementatie vele malen uitgebreider en is het nog onduidelijk hoe goed Mono in de praktijk werkt.