Eind november werd bekendgemaakt dat IBM in opdracht van de Amerikaanse overheid een tweetal supercomputers ging bouwen. Over de snelste van deze twee, Blue Gene/L, is nu meer informatie vrijgegeven. Deze machine zal gebruik maken van 65536 dual-cpu nodes. Iedere processor zal voorzien zijn van twee floating point units en 4MB cache. Hoewel het eigenlijk de bedoeling was om een speciale core te ontwerpen is inmiddels besloten om hem te baseren op de huidige generatie 0,13 micron Power-chips. De reden hiervoor is budget- en tijdsdruk. Om dezelfde reden is ook de hoeveelheid geheugen (16TB) minder dan gepland, en zal er in plaats van waterkoeling normale luchtkoeling worden gebruikt.
Die-size en hitteproductie zijn de voornaamste redenen waarom de chip aangepast moet worden voor de supercomputer. In ieder chassis worden namelijk 64 processors geplaatst, verdeeld over zestien modules van twee nodes per stuk. De chassis worden met 32 stuks tegelijk in een rack geplaatst, en er moeten in totaal 64 van deze racks afgeleverd worden voor het eind van 2004. Het systeem zal dan ongeveer een half tennisveld in beslag nemen. In de herfst van dit jaar moet er een prototype van 512 nodes operationeel zijn, en de aangepaste processors zijn dan ook op dit moment al in productie.

Binnen de computer zullen 1024 nodes gealloceerd worden voor I/O en het verdelen van de taken. Dit is tevens het gedeelte van het systeem dat onder Linux draait. De andere 64512 nodes draaien een zoveel mogelijk gestripte en geoptimaliseerde versie van een 'custom operating system', vermoedelijk IBM's eigen AIX. Onderling zijn de nodes gekoppeld met een drietal netwerken. Eén voor onderlinge communicatie, een tweede voor communicatie met de hele cluster, en daarnaast nog normale gigabit ethernet-verbindingen. De theoretische maximumcapaciteit van de computer is 360 teraflops, maar in de praktijk zal de onderlinge communicatie tussen de nodes (mede door de volledig dynamische routering) de helft van die capaciteit in beslag nemen.
Het Blue Gene/L-project is echter slechts een opstapje naar Blue Gene/P. Deze laatste moet de eerste computer worden met een capaciteit van een petaflop (een miljoen keer een miljard berekeningen per seconde). Hoe Blue Gene/P gebouwd zal gaan worden is nog niet zeker, en zal dan ook voor een groot deel afhangen van de ervaringen die met Blue Gene/L en Blue Gene/C worden opgedaan. Blue Gene/C, codename "Cyclops", is eveneens een supercomputer in ontwikkeling, maar dan volgens een andere filosofie: minder nodes, maar juist meer rekenkracht per chip. Hoewel het nog lang niet zeker is wordt gedacht aan processors met tot wel 64 cores aan boord. Welke van de twee strategieën in de praktijk het best uitpakt zal uiteindelijk gebruikt worden om Blue Gene/P te bouwen.