De Autoriteit Consument & Markt vindt dat energieleveranciers geen onredelijke terugleverkosten rekenen. Wel pleit de toezichthouder voor een eenduidige manier waarop die kosten in rekening worden gebracht, namelijk per kWh. Dit moet contracten vergelijken makkelijker maken.
De ACM heeft op basis van informatie van zestien energieleveranciers en meerdere bedrijfsbezoeken geconstateerd dat leveranciers inderdaad extra kosten maken wanneer klanten zonnestroom terugleveren. Het verschilt daarbij weinig tussen bedrijven hoeveel kosten er gemaakt worden. "De manier waarop zij deze kosten doorberekenen aan hun klanten is goed uitlegbaar", aldus de toezichthouder.
De manier waarop kosten in rekening worden gebracht, is volgens de ACM echter verwarrend. Het zou niet verboden zijn om dit op verschillende manieren te doen, maar hierdoor wordt het voor klanten ingewikkeld om te vergelijken. In het modelcontract per 1 januari 2026, het standaardcontract dat energieleveranciers moeten aanbieden, is nu opgenomen dat terugleverkosten altijd per kWh in rekening gebracht worden.
De uitspraak van de ACM is in lijn met een eerdere conclusie. Halverwege 2024 zei de toezichthouder al dat extra terugleverkosten niet verboden zijn, maar dat vergelijken voor consumenten lastig is. Na een eerste onderzoek en een vervolgonderzoek trekt de ACM dezelfde conclusie.
Terugleverkosten zijn kosten die klanten betalen voor het terugleveren van zonnestroom aan het elektriciteitsnet. Wanneer klanten meer zonnestroom opwekken dan zij gebruiken, 'verkoopt' de klant de stroom tegen een terugleververgoeding aan leveranciers. Het terugnemen van stroom kost energieleveranciers echter ook geld, waarvoor terugleverkosten in het leven geroepen zijn. Hierdoor is het mogelijk dat klanten, in combinatie met een dynamisch energiecontract, netto betalen voor hun stroom.