Nee, de verantwoordelijkheid ligt niet bij docenten, maar er zijn zat ouders die simpelweg niet weten dat social media een gevaar vormt. En dat gat wordt momenteel keihard uitgebuit met geld verdienen als excuus.
[..]
Met de komst van social media, moet iedere ouder een flinke dosis kennis van internet en (ontwikkelings)psychologie hebben om de impact in te kunnen schatten van social media op hun kinderen. En dat is simpelweg teveel gevraagd.
Docenten hebben beperkte tijd, ouders hebben blinde vlekken, en kinderen groeien op in een digitale omgeving die sneller verandert dan welk schoolboek dan ook. Maar juist daarom
moet je de verantwoordelijkheden helder houden en dat betekent niet “alles bij docenten dumpen”, maar ook niet “ouders weten het toch niet, dus laat maar”.
Dat is niet te veel gevraagd, dat is onderdeel van de opvoeding. En het is ook onderdeel van de opvoeding om maatregelen te treffen zodat alleen dingen die jij als ouder goedkeurt kunnen.
Ik heb jarenlang ook op het internet gezeten met Filternet. Werkte dat feilloos? Nee verre van, maar zowel op scholen als thuis was er altijd een gefilterde internet verbinding. Tiktok? Kwam er niet in hoor. Youtube was al een dingetje. Zoals media? Ik mocht wel op hyves en MSN, maar alleen op bepaalde tijden. Wil je TV kijken? Sure hier is Discovery Channel, Ik zat standaard om 4 uur op de bank met een bak soep en iets als "Deadliest Catch", "Aircrash Investigation", "How it's Made" of een ander educatief programma.
Dit is bij een hele generatie nieuwe guppies helemaal overgeslagen heb ik het idee. Alles kan, alles mag en alles moet ook maar kunnen lijkt het.
Ik ben van mening dat het 2 losse onderdelen zijn waar je wel degelijk een scheiding aan kunt brengen. Het ene is hoofdzakelijk een onderwijstaak, het andere hoofdzakelijk een opvoedingstaak. En ja er is overlap tussen die twee, vandaar dat ik zeg hoofdzakelijk.
Onderwijs móét leerlingen leren omgaan met AI. niet omdat het leuk is, maar omdat het informatievoorziening is en mensen er straks echt niet meer onderuit komen. Dit wordt net zo basaal als Word en powerpoint.
AI-tools zoals Google AI, ChatGPT en TikTok-zoekfuncties
zijn tegenwoordig de primaire informatiebron voor een groot deel van de jeugd (en volwassenen). Ze vormen hun wereldbeeld, bepalen hun kennisniveau, hun studieaanpak, en zelfs hun zelfvertrouwen.
Dat betekent dat onderwijs simpelweg niet kan volstaan met “hier is de lesstof”; je moet leerlingen ook leren:
- hoe AI werkt en waar de grenzen liggen
- wanneer een antwoord betrouwbaar is
- hoe je bronnen vergelijkt
- hoe je bias en hallucinaties herkent
- hoe je technologie gebruikt in plaats van erdoor gebruikt te worden.
Dat
is onderwijs: kritisch denken, digitale geletterdheid en informatievaardigheden.
Niet als extra hobby-uurtje, maar net zo basaal als rekenen en taal. Zonder die basis gaat die leerling van @
henkmanz inderdaad blind op “AI zegt het dus het zal wel kloppen”. Een AI antwoord an sich klopt niet. Je moet zelf je kennis en feitenrelaas al op orde hebben. AI kan je sturen in een richting om bepaald onderzoek te gaan doen wat je daarna weer gebruikt om een stuk tekst op te stellen en te structureren. Ik heb hier op tweakers ook al eerder aangegeven hoe je Prompt en Context engineering moet toepassen om goede resultaten te kunnen krijgen (die ook reproduceerbaar zijn). Doe je dit goed, dan is AI ook daadwerkelijk een tool die ingezet kan worden om kritisch denken te bevorderen.
The proliferation of
Artificial Intelligence (AI) in everyday life raises concerns for children, other
marginalized groups, and the general public. As new AI implementations continue to emerge, it is crucial to enable children to engage critically with AI. Critical literacy objectives and practices can encourage children to question, critique, and transform the social, political, cultural, and ethical implications of AI.
AI has dramatically complicated the information landscape by rapidly generating and amplifying deceptive narratives, deepfakes, and AI-generated visuals, drawing concern from global leaders as a major emerging challenge. The World Economic Forum’s latest
Global Risks Report, which surveyed experts from academia, business, government, the international community, and civil society, named misinformation and disinformation from AI as the top global risk over the next two years–ahead of climate change and war.
[...]
As an academic who has studied how digital technology is used by governments and non-state actors for the purposes of repression and information control, these issues are especially concerning. There is an urgent need to promote greater critical thinking among young people, to give them the tools to detect what information is authentic and what has been manipulated. Information literacy, specifically across digital platforms, should be a mandatory part of every K-12 curriculum, to combat the rise of disinformation and develop more discerning students ready to take on an AI-driven future.
Dit is dan ook gigantisch belangrijk en iets wat in het onderwijs gewoon écht beter moet.
Het weren van social media en het begrenzen van schermgebruik is wél een oudertaak
En daar gaat het vaak fout. Want waar scholen vaardigheden aanleren, zijn ouders verantwoordelijk voor:
- wat hun kinderen thuis consumeren;
- toegang tot TikTok, Snapchat, Instagram;
- het bewaken van schermtijden;
- herkennen wanneer hun kind overprikkeld, ongelukkig of beïnvloed wordt;
- het inrichten van een veilige online omgeving.
- het leren omgaan met emoties en controle van impulzen
Dat kun je niet bij een docent leggen die een kind twee uur per week ziet. het is ook niet de verantwoordelijkheid van de school om je kind op te voeden, wel om bij excessen te straffen en te disciplineren, maar de norm is dat je een degelijk opgevoed kind naar school stuurt.
Als een 5-jarige snotneus uren YouTube Shorts kijkt, of een 14-jarige via Snapchat dickpics van volwassen mannen ontvangt, dan is dat geen didactisch vraagstuk dat is opvoeding. Hoezo kan een 5-jarig urenlang zonder toezicht Youtube shorts kijken? een 5-jarige kan je niet 5 uur alleen laten zitten en er dan vanuit gaan dat ie niet dood is, wat is dat nou weer voor iets? Ik begrijp dat echt niet. Mijn 5 jarige buurjongetje kan ik nog geen 10 minuten alleen laten.
anyways. ander verhaal. super onverantwoord op andere vlakken, maar besides the point.
All forms of media, especially visual media, play an increasing role in the lives of children, adolescents, and families in the United States. While limited use of high-quality and developmentally appropriate media may have a positive influence, excessive or developmentally inappropriate use carries grave health risks. Excessive exposure to screens (television, tablets, smartphones, computers, and video game consoles), especially at young ages, is associated with lower academic performance, sleep disturbances, obesity, attention deficit, increased aggression, lower self-esteem, depression, and increased rates of high-risk behaviors. The American College of Pediatricians (ACPeds) encourages parents to become media literate and limit screen time for their children. Parents must lead by example and restrict their own screen time to foster a healthy relationship with their children.
Het idee “ouders moeten hun kinderen online begeleiden” is pas waardevol als er ook
concrete handvatten zijn, zo realistisch wil ik dan ook wel zijn. Je kunt van ouders niet verwachten dat ze cybersecurity-experts of kinderpsychologen zijn. Maar er bestaat een set
realistische taken, ondersteund door
betaalbare en toegankelijke tools, die vrijwel elke ouder kan inzetten.
Het begeleiden van kinderen in hun online leven begint bij iets heel basaals:
inzicht hebben in wat ze op hun telefoon, tablet of computer doen. Je kunt als ouder moeilijk iets sturen als je niet weet waar je kind zich online bevindt. Moderne systemen zoals Apple Family Sharing en Google Family Link maken dat een stuk makkelijker. Ze geven ouders de mogelijkheid om schermtijd af te bakenen, leeftijdsfilters in te stellen en toestemming te geven voordat nieuwe apps gedownload worden. De meeste ouders hoeven daardoor geen technisch expert te zijn, ze ontvangen eenvoudigweg meldingen wanneer er iets opvallends gebeurt, zien welke apps veel gebruikt worden en kunnen vaste routinemomenten inbouwen, bijvoorbeeld dat de telefoon tijdens eten, huiswerk of bedtijd automatisch blokkeert. Zelfs routers kunnen daar tegenwoordig bij helpen: een Fritz!Box of Eero kan hele apparaten tijdelijk pauzeren, Ik kan bij Ubiquiti SafeSearch afdwingen en bijvoorbeeld YT comments volledig uitschakelen op het netwerk of simpelweg internettoegang na een bepaalde tijd afsluiten voor specifieke devices. Koppel dit bijvoorbeeld met hardware zoals
BRICK en kinderen kunnen sommige dingen gewoon niet doen zolang een specifiek blokje niet in de buurt is (en dat blokje houd je in de keukenla).
Daarnaast speelt het weren of beperken van bepaalde socialmediaplatformen een belangrijke rol. Niet omdat elk platform per definitie slecht is, maar omdat hun ontwerp vaak gericht is op verslaving, snelle dopamineprikkels en contact met onbekenden. Vooral onder jongeren kan dat uitlopen op situaties die ouders totaal niet aan zien komen, zoals volwassenen die contact zoeken via Snapchat of TikTok. Ouders hoeven zulke risico’s niet in hun eentje te dragen, want er bestaan diensten zoals
Bark en
Qustodio die automatisch waarschuwen wanneer er risicovol gedrag ontstaat. Denk aan pestgedrag in groepsapps, expliciete berichten of plotseling nachtelijk gebruik. Het zijn geen spionnetools, maar vroegsignaleringssystemen die ouders vertellen wanneer ze moeten ingrijpen. Dat maakt online opvoeding concreet en uitvoerbaar, ook voor ouders die zelf niet met deze platforms zijn opgegroeid. Ja sommige van die tools kosten geld, maar opvoeden is niet gratis. Je mag het ook met de hand doen, maar dan moet je dus wel gewoon wat meer weten.
Een minstens zo belangrijk onderdeel is het gesprek thuis. Kinderen leren online vaardigheden niet alleen van regels, maar vooral van uitleg. Korte, informele gesprekjes over wat ze online hebben gezien, werken vaak beter dan lange preken. Door samen te bespreken hoe algoritmes werken (dat ze vooral laten zien waar je langer naar kijkt, niet wat waar is) ontstaat er vanzelf een vorm van digitale geletterdheid. Ouders kunnen kinderen op een rustige manier leren hoe ze misinformatie herkennen, welke trucs influencers gebruiken en waarom bepaalde content zo aantrekkelijk is. Websites als
Mediawijsheid.nl en Common Sense Media geven ouders daarvoor degelijk en actueel materiaal.
Dit is bijvoorbeeld een leuke:
https://www.commonsensemedia.org/articles/parents-ultimate-guide-to-tiktok
Met de komst van AI hoort óók dat onderwerp thuis besproken te worden. Niet om kinderen bang te maken, maar juist om te laten zien dat AI-systemen geen waarheidmachines zijn. Ze voorspellen woorden op basis van patronen en kunnen daardoor foutjes maken of dingen verzinnen. Door een AI-antwoord samen kritisch na te lopen (“klopt dit echt?”) leren kinderen dat deze systemen hulpmiddelen zijn, geen leermeesters. Het voorkomt dat kinderen AI volledig blind vertrouwen, maar helpt ze tegelijkertijd om het op een gezonde manier te gebruiken voor schoolwerk of creativiteit.
Tenslotte helpt het enorm om in huis duidelijke en voorspelbare regels te hebben. Denk aan eenvoudige afspraken over waar telefoons ’s nachts blijven, wanneer er wel of niet gescrolld mag worden, of wanneer een kind een bepaalde app mag gebruiken. Heldere routines zorgen voor rust, voorspelbaarheid en minder discussie. Veel organisaties bieden kant-en-klare media-afspraken die ouders samen met hun kinderen kunnen invullen. Dat maakt de samenwerking leuker en zorgt dat het niet voelt als eenzijdige controle, maar als gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Met de komst van social media, moet iedere ouder een flinke dosis kennis van internet en (ontwikkelings)psychologie hebben
In de praktijk komt het erop neer dat ouders niet alles hoeven te weten, zolang ze maar weten waar ze de juiste ondersteuning kunnen vinden. Met de tools die vandaag bestaan, gecombineerd met uitleg en betrokkenheid, is online opvoeding geen onmogelijke opgave. Het vraagt geen technische achtergrond, maar vooral aanwezigheid, gesprek en grenzen. Zo kunnen kinderen veilig en gezond deelnemen aan een digitale wereld die zonder begeleiding voor veel te veel jonge gebruikers te groot, te snel en te ondoorzichtig is.
In die zin denk ik dat er veeeeeel meer vanuit de overheid geïnvesteerd moet worden (sire reclames, posters op basisscholen, etc.) om de informatievoorziening te vergroten over verschillende kanalen. Het begint nu lichtjes te groeien, omdat er aandacht besteed wordt in de media, maar dat mag veel meer, wat mij betreft.
En dat ben ik geheel met je eens. Het verder uitwerken van de zaken die ik hierboven noemde en ze eventueel aanbieden via scholen (in ieder geval de informatievoorziening ervan) is denk ik ook een overheidstaak die echt nodig is.
En uiteindelijk kunnen we natuurlijk ook Denemarken achterna en het gewoon verbieden tot 13 en daarna tot 15 toestemming bij de ouders laten. Maar Denemarken heeft wel weer andere ideeën waar ik het dan weer niet mee eens ben, dus niet in alle opzichten is dat een goed idee. Ik ben wel benieuwd naar wat die wetgeving in de praktijk gaat laten zien.