De AVG-boete die DPG Media in 2022 kreeg voor het onterecht vragen naar identiteitsgegevens was terecht, concludeert de Nederlandse Raad van State. Wel wordt het boetebedrag verlaagd van 525.000 euro naar 265.500 euro. Eerder concludeerde een rechtbank nog dat de AP de boete helemaal moest schrappen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Nederlandse Raad van State zegt in een uitspraak dat de boete voor DPG Media terecht was, maar ook te hoog. Het gaat om een boete uit 2022. De Autoriteit Persoonsgegevens gaf DPG Media toen een AVG-boete van 525.000 euro, omdat het bedrijf abonnees vroeg om een identiteitsbewijs als die inzage wilden in hun gegevens. Dat gebeurde bij Sanoma Media, maar de boete komt voor rekening van DPG, omdat het Sanoma Media in 2020 overnam. De overtredingen vonden plaats vóór die overname. DPG Media is uitgever van onder meer Tweakers en kranten als de Volkskrant, het AD en regiokranten, maar ook van tijdschriften zoals Ouders van Nu en VT Wonen.
Een rechter concludeerde in 2023 dat DPG Media weliswaar de wet overtrad, maar dat de AP geen boete had mogen opleggen. Daarop ging de AP in beroep. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State concludeert nu definitief dat de boete wel terecht was, maar dat het boetebedrag te hoog is.
Inzageverzoek
De Raad van State vindt dat DPG inderdaad nalatig handelde. DPG vroeg abonnees van tijdschriften om een identiteitsbewijs in te sturen als ze inzage wilden in hun gegevens. Dat is een recht onder de AVG. Een bedrijf mag geen onnodige belemmeringen opleggen voor zulke inzageverzoeken. De AP concludeerde dat DPG dat wél deed. De uitgever had alternatieve manieren moeten zoeken om de identiteit van aanvragers te verifiëren.
"De Afdeling overweegt dat van een grote, professionele mediapartij die veel persoonsgegevens verwerkt, mag worden verwacht dat in het faciliteren van rechten op grond van de AVG extra zorgvuldigheid wordt betracht", schrijft de Raad. Die merkt op dat het niet ging om een incident, maar om een structurele overtreding. De AP zag zeker vijf gevallen waarbij abonnees hun ID-bewijs onterecht moesten afstaan. "Dat beleid is aan te merken als een door nalatigheid veroorzaakte inbreuk", schrijft de Raad. "DPG valt daarvan een verwijt te maken. Onder deze omstandigheden heeft de AP mogen oordelen dat sprake was van een ernstige overtreding."
Waar de rechter nog concludeerde dat de AP 'niet handhavend mocht optreden', ofwel een boete mocht geven, concludeert de Raad van State anders. "De AP mocht een boete opleggen voor deze overtreding."
Te hoge boete
Wel vindt de Raad de boete te hoog. De AP keek naar haar eigen Boetebeleidsregels en stelde voor de overtreding een basisboete vast. Die ligt voor deze specifieke overtreding op 525.000 euro. De Raad van State zegt dat de AP echter rekening had moeten houden met eventuele verzachtende omstandigheden. Zo probeerde DPG in het privacybeleid duidelijk te maken waarom het ID-gegevens vroeg en had het de werkwijze al aangepast terwijl de AP onderzoek deed.
De AP nam die omstandigheden niet mee. "Daarmee heeft zij gehandeld in strijd met het motiveringsbeginsel", zegt de Raad. "De Afdeling is van oordeel dat er aanleiding is de boete te matigen."
DPG handelde weliswaar in strijd met de AVG, maar er zijn genoeg verzachtende omstandigheden om de boete te verlagen, zegt de Raad. Dat gebeurt met de helft; het bedrag wordt daarom verlaagd van 525.000 euro naar 262.500 euro. Ook moet de AP de proceskosten van 2721 euro betalen.