De Nederlandse politie adviseert mensen die willen weten of ze te maken hebben met een deepfake om de persoon in kwestie een controlevraag te stellen of terug te bellen. Die extra controle moet ervoor zorgen dat minder mensen in deepfakes gaan trappen.
Strategisch specialist digitaal Manon den Dunnen van het Digital Trust Center van de politie zegt dat het stellen van extra vragen en terugbellen lijkt op een slot op de deur doen. "Dit lossen we niet op met regulering of technologie, dit moet je oplossen in gedrag. Het moet normaal worden om een controlevraag te stellen. Je moet trots zijn op iemand die een extra vraag stelt. Ik vergelijk het met het slot op de deur. Dat vonden we vroeger onzin, je deed de deur dicht en ging weg. We waren boos dat het nodig was, maar nu zijn we het normaal gaan vinden. Dat minimale stukje van reflectie moet in het denken komen. Zeker als er sprake is van een onomkeerbare handeling, zoals geld overmaken of informatie delen."
Een verandering in gedrag is nodig, omdat volgens Den Dunnen detectietools achterlopen. "De systemen om deepfakes te maken hebben standaard een ingebakken detector. Deze discriminator – zoals dat technisch heet – beoordeelt elke keer of het gegenereerde resultaat echt genoeg lijkt. Dus elke keer dat die detector beter wordt, wordt dat ook gebruikt om betere resultaten te genereren."
Den Dunnen raadt verder aan sowieso voorzichtig om te springen met informatie voeren aan AI-systemen zoals ChatGPT. "Als je het niet op LinkedIn zou zetten, moet je het ook niet invoeren op ChatGPT. Want dat systeem traint zichzelf met de informatie die je invoert en voordat je het weet komt jouw informatie terug in teksten die gegenereerd zijn voor anderen."