De Nederlandse politie zou nog amper gebruikmaken van autonome bigdatatoepassingen en machinelearningalgoritmes, stellen onderzoekers van de Erasmus Universiteit. Het gaat vooralsnog om 'vrij simpele' algoritmes en bigdatatoepassingen, zeggen zij.
Het onderzoek werd uitgevoerd door Marc Schuilenburg en Melvin Soudijn voor de Erasmus Universiteit. De onderzoekers keken niet naar het daadwerkelijke gebruik en de inzet van algoritmes, maar naar recente personeelsadvertenties van de Nederlandse politie op het gebied van inlichtingen, opsporing en IT om erachter te komen welke bigdatatoepassingen worden gebruikt. De onderzoekers erkennen dat dat mogelijk een onvolledig beeld geeft, want de uitkomsten zeggen alleen iets over de geanalyseerde vacatures. "Ongetwijfeld zal er meer zijn. Maar tot op heden was er geen enkel overzicht wat er allemaal speelt op het gebied van big data. In die zin zien we dit onderzoek als een eerste stap in die richting", laat Schuilenberg aan Tweakers weten. Een wob-verzoek naar de informatie 'had ook gekund, maar kent ook voor- en nadelen', zegt hij.
Voor het vinden van de vacatures is gezocht op trefwoorden die te maken hebben met big data, zoals data analytics of machine learning. Tachtig advertenties tussen 1 maart en 1 september 2021 bevatten minstens één gezocht trefwoord. Door naar dergelijke vacatures te kijken, in plaats van naar beleidsplannen of jaarrapportages, hoopten de onderzoekers naar eigen zeggen een goed en actueel beeld te krijgen van welke bigdatatoepassingen daadwerkelijk gebruikt worden door de Nationale Politie.
De Nationale Politie maakt volgens het onderzoek al wel breed gebruik van bigdatatoepassingen, maar die hebben vrijwel allemaal menselijke interventie nodig en werken daarmee niet autonoom, stelt het onderzoek. De politie zou onder meer gebruikmaken van toepassingen waarmee grote databestanden gekoppeld en aangelegd moeten worden en opsporingsapps met 'vrij simpele algoritmes' ten behoeve van het werk op straat. Voor risico-inschatting, waar technieken als predictive policing onder vallen, wordt big data het minst gebruikt, stellen de onderzoekers. Dat was volgens Schuilenburg een belangrijk aspect dat het onderzoek duidelijk moest maken, aangezien volgens hem het idee overheerst dat big data juist draait om predictive policing.
De manier waarop de Nationale Politie momenteel big data toepast, wordt ook wel gekscherend ‘little data’ genoemd, aldus het onderzoek. ''Dat om aan te geven dat een algoritme niet volledig de vrije hand wordt gegeven, maar door middel van bepaalde hypothesen wordt benaderd. Het gaat met andere woorden om vormen van zeer zwakke kunstmatige intelligentie. Daarmee lijkt de impact voor de burger, denk aan risico’s als discriminatie en etnisch profileren, vooralsnog gering''.
Volgens de onderzoekers levert het gebruik van big data, vooral in geavanceerdere toepassingen, positieve resultaten op voor de politie. Politieapparaten kunnen volgens het literatuuronderzoek bijvoorbeeld sneller leren 'door de verwerking van grote datavolumes via algoritmes, waardoor nieuwe data andere uitkomsten genereert of anders kan worden gereageerd door verschillende onderdelen in de politieorganisatie'. Ook kan de organisatie daardoor 'homogener bewegen', aldus de onderzoekers, wat ervoor zou zorgen dat de prioriteiten duidelijker zijn en de aansturing gerichter.