De Nederlandse politie krijgt jaarlijks 64 miljoen euro extra om internetcriminaliteit beter te kunnen bestrijden en om agenten op te leiden om te leren omgaan met big data, heeft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid bekendgemaakt.
In totaal besteedt het kabinet een aanvullende 291 miljoen euro aan de politie. De bestrijding van internetcriminaliteit en het werken met big data vallen onder de moderninsering van 'ict-toepassingen en opsporingstechnieken'. In een Kamerbrief gaat de minister bovendien in op nieuwe rechercheurs voor de aanpak van internetcriminaliteit. "Er wordt substantieel geïnvesteerd in het tegengaan van cybercrime en internationale samenwerking door het hiertoe aanstellen van 111 fte bij de landelijke eenheid en 60 fte agenten met specifieke digitale expertise ten behoeve van de regionale eenheden", aldus de minister.
In de brief gaat Grapperhaus bovendien verder in op de noodzaak om 64 miljoen euro te investeren in onder meer ict, innovatie en toerusting. "Om te zorgen dat agenten beschikken over passende middelen om digitale aspecten van criminaliteit te adresseren zullen in deze kabinetsperiode de ict-voorzieningen bij de politie worden doorontwikkeld, zowel in het kader van cybersecurity als cybercrime. Voor agenten in de wijk zullen mobiele voorzieningen (verder) worden uitgerold."
Begin vorig jaar maakte de politie al bekend tien regionale eenheden uit te gaan breiden met speciale teams voor de bestrijding van internetcriminaliteit. Het is bovendien de verwachting dat het aantal zaken dat met deze vorm van criminaliteit samenhangt zal stijgen. Eind vorig jaar bleek dat het oplossingspercentage van internetcriminaliteitszaken in Nederland bij zes procent ligt.