De telecomministers van de EU-lidstaten hebben een akkoord bereikt over de Artificial Intelligence Act, een wetsvoorstel met als doel om te verzekeren dat AI-systemen in de EU veilig zijn en de fundamentele vrijheden en Unie-waarden eerbiedigen.
De Raad schrijft dat het voorstel uitgaat van een risicogebaseerde aanpak. Dat betekent dat het niet zozeer ertoe doet of het gaat om een complex machinelearningsysteem of een simpel filter in Excel, maar dat er gekeken wordt waar er risico's voor mensen ontstaan. Er wordt dus niet geregeld hoe iets moet werken, als de werking maar veilig is. Het voorstel creëert een uniform raamwerk voor AI waarmee er juridische duidelijkheid komt, wat ook de innovatie en investeringen moet bespoedigen. Daarnaast stelt de Raad dat er ook duidelijk aandacht is voor het toezicht en de handhaving van bestaande regels over fundamentele rechten en veiligheid.
Het voorstel bevat onder meer een definitie van een AI-systeem en gaat uit van een drietal niveaus. Eerst is er het hoogste niveau van AI met een onaanvaardbaar risico. Dat zijn systemen die inbreuk maken op de fundamentele rechten, waarbij gedacht kan worden aan socialcreditscoring of systemen die kwetsbaarheden van bepaalde groepen of personen uitbuiten. Eerder noemde de Commissie ook al het voorbeeld van speelgoed dat via spraakassistentie gevaarlijk gedrag van minderjarigen kan aanmoedigen. Het tweede niveau betreft AI met een hoog risico als er sprake zou zijn van ongecontroleerde inzet. Voorbeelden zijn biometrie in de openbare ruimte, beheer van de infrastructuur, selectie en werving van personeel, rechtshandhaving of grenscontroles. Systemen die daarvoor bedoeld zijn, zijn op grond van het voorstel alleen toegestaan onder strenge voorwaarden. De derde categorie behelst AI met een beperkt risico.
Ook het Nederlandse ministerie van Economische Zaken stelt dat de Europese verordening mogelijkheden en economische kansen biedt. De AI Act zorgt bijvoorbeeld voor duidelijkheid voor ontwikkelaars als ze hun AI-producten op de markt willen brengen, is de gedachte. Ook benadrukt het ministerie dat de nieuwe regels een gelijk speelveld creëren, omdat ook niet-Europese bedrijven en aanbieders die hun met AI gerelateerde diensten en producten in Europa willen uitbrengen, aan dezelfde regels moeten voldoen. Verder wordt genoemd dat als organisaties en kleinere bedrijven kunstmatige intelligentie willen gebruiken, zij erop kunnen vertrouwen dat het goed werkt en dat er daarbij ondersteuning van de ontwikkelaar aanwezig is; voor het mkb is daartoe een specifieke lijst met bepalingen opgesteld.
Het wetsvoorstel werd in april vorig jaar ingediend door de Europese Commissie. Nu de Raad er akkoord mee is, begint de fase van onderhandelingen tussen het Europees Parlement en de Commissie. Het streven is dat in de herfst van volgend jaar een definitieve overeenstemming is bereikt, waarna de verordening in de lidstaten moet worden doorgevoerd. In principe werkt een verordening rechtstreeks door in de nationale rechtsordes van lidstaten, maar er zullen waarschijnlijk nationale wetten moeten worden aangepast ten gunste van de AI Act.