Netflix is begonnen met het streamen van content die met AV1 is geëncodeerd. Het gaat hier specifiek om het streamen naar televisies. Eerder begon het bedrijf al met het streamen via deze codec naar onder meer de mobiele Android-app.
Netflix geeft in een toelichting op een blog geen nadere details over bitrates die abonnees met geschikte televisies kunnen verwachten. Het bedrijf benadrukt alleen dat AV1 efficiënter is dan andere codecs, zoals het eveneens gebruikte HEVC en MPEG4 AVC, en dat het daardoor mogelijk wordt om video's af te leveren met een verbeterde visuele kwaliteit bij dezelfde bitrate. Dat suggereert dat de streamingdienst niet van plan lijkt om hogere bitrates te gaan gebruiken. Waarschijnlijk gaat het bedrijf de nieuwe codec vooral inzetten om de ervaring van de beeldkwaliteit te verbeteren, zonder dat dat gepaard gaat met een hogere bitrate.
In dat kader zegt Netflix te verwachten dat er hogere VMAF-scores gehaald zullen worden. Dat staat voor Video Multimethod Assessment Fusion en is een kwaliteitsmaatstaf van Netflix voor het evalueren van de videokwaliteit van het gedecodeerde beeld ten opzichte van het referentiebeeld. Op basis van een aantal factoren zoals antiruis, verlies aan detail en de visuele natuurgetrouwheid van het beeld wordt de door de gebruikers ervaren kwaliteitsscore geschat. Hoe hoger deze score, hoe mooier het beeld wordt ervaren.
Netflix tracht doorgaans een zo hoog mogelijke VMAF te halen tegen een zo laag mogelijke bitrate. Dat het bedrijf AV1 waarschijnlijk niet gaat gebruiken in combinatie met hogere bitrates, wordt in zoverre ook bevestigd door de opmerking dat de verbetering door de inzet van AV1 vooral significant is bij sessies met flinke netwerkcongestie en bij de laagste visuele kwaliteit. In die situaties zouden de AV1-streams de kwaliteit tot 10 VMAF verbeteren, zonder dat het invloed heeft op de rebuffer rate.
Verder meldt Netflix dat op sommige televisies de merkbare verlagingen van de kwaliteit werden beperkt met 38 procent. Gemiddeld werd een verlaging van 2 procent geobserveerd in vertragingen tijdens het afspelen wanneer de AV1-codec werd ingezet. Dit soort verbeteringen komen voort uit de efficiëntie van AV1, waardoor minder bandbreedte nodig is en er dus langer een bepaald niveau van beeldkwaliteit kan worden gehandhaafd.
Met de inzet van AV1 voor de streams naar televisies verwacht Netflix tientallen miljoenen abonnees te bereiken. Klanten moeten dan wel een televisie hebben met een decoder die AV1 ondersteunt. Daar zijn al behoorlijk wat televisies van op de markt, maar het gaat dan wel veelal om televisies uit 2020 en met name 2021. Sony, Philips en Panasonic hebben bijvoorbeeld wel modellen met AV1-decoding, maar die kwamen allemaal pas dit jaar uit.
Daar komt bij dat Netflix niet in staat is om in een klap alle content te comprimeren via AV1. Daarvoor is de huidige catalogus te groot geworden, waardoor het flink wat rekenkracht en tijd kost. Daardoor maakt het bedrijf een selectie, waarbij de populariteit van de titel, naast enkele andere factoren, bepalend is voor hoe snel het via AV1 beschikbaar wordt gemaakt. Populaire content zal dus sneller beschikbaar komen dan content met minder kijkers.
AV1 is ontwikkeld door de Alliance for Open Media. Deze organisatie is in 2015 opgericht door Microsoft, Google, Intel, Mozilla, Amazon, Netflix en Nvidia, met als doel het ontwikkelen van een betere videocompressiemethode die geschikter is voor het leveren van content over netwerken. Later voegde Apple zich ook bij de alliantie, net als Samsung. De specificatie voor de AV1-codec kwam in maart 2018 uit. De techniek is onder een opensourcelicentie vrijgegeven en kan gebruikt worden zonder dat royalty's betaald hoeven te worden.