Een groep isp's kocht volgens de procureur-generaal van New York in 2017 8,5 miljoen valse getuigenissen via derden die de wet rond de Amerikaanse netneutraliteit moesten beïnvloeden. Er is geen bewijs dat de isp's op de hoogte waren van de praktijken.
De Amerikaanse toezichthouder FCC ontving in 2017 meer dan 22 miljoen inzendingen waarin Amerikaanse burgers hun standpunten deelden over de potentiële wijziging van de Amerikaanse netneutraliteit. Volgens Letitia James, de procureur-generaal van de staat New York, waren meer dan 18 miljoen van deze ingezonden verklaringen vals. De aantallen nagemaakte voor- en tegenstanders waren naar verluidt in evenwicht.
Meer dan 7,7 miljoen ingezonden valse standpunten werden opgemaakt door een negentienjarige Amerikaanse student uit Californië. Ongeveer 8,5 miljoen van de inzendingen werden volgens de procureur-generaal gekocht door Broadband for America, een koepelorganisatie waartoe onder andere internetproviders AT&T en Comcast behoren. Er werden vanuit het BFA ook een half miljoen brieven gestuurd naar het Amerikaans Congres waarin vermeende steun werd betuigd voor de afschaffing van de netneutraliteit. Deze standpunten van zogezegd gewone Amerikanen moesten de toenmalige voorzitter van het FCC, Ajit Pai, helpen bij zijn pleidooi om de Amerikaanse netneutraliteit af te schaffen.
De koepelorganisatie betaalde in totaal 8,2 miljoen dollar aan campagnebedrijven die volgens de procureur-generaal de indruk moesten wekken dat de afschaffing van de netneutraliteit een brede maatschappelijke basis had. De 8,5 miljoen inzendingen die het FCC ontving, hadden 4,2 miljoen dollar gekost.
Uit het rapport blijkt dat de ingehuurde campagnebedrijven marketingtechnieken hadden toegepast om aan persoonsgegevens van miljoenen mensen te komen. De verzamelde gegevens gebruikten ze vervolgens om valse inzendingen in te dienen bij het FCC en om bijbehorende toelatingsbewijzen op te maken van de betrokken personen. De campagnebedrijven achter deze campagne kregen opgeteld een boete van 4,4 miljoen dollar.
De procureur-generaal stelt dat het geen bewijs heeft gevonden dat de Amerikaanse internetproviders op de hoogte waren van de praktijken die de campagnebedrijven uitvoerden. Toch maakt ze zich zorgen over het feit dat de koepelorganisatie haar rol in de campagne probeerde te verdoezelen. Ook maakt ze zich er zorgen over dat de organisatie een beroep deed op derden die zich richtten op kwantitatieve en niet op kwalitatieve verzameling van ingezonden standpunten, en dat de democratie ondermijnd werd door de inzending van valse getuigenissen.