Beveiligingsbedrijf Symantec heeft een nieuwe malware ontdekt in de SolarWinds-hack. Raindrop werd gebruikt om de Cobalt Strike-toolkit te installeren bij een beperkt aantal slachtoffers. Het is de vierde malware-soort die is ontdekt in de aanval.
De malware werd ontdekt door beveiligingsbedrijf Symantec, dat daar een blogpost over schreef. Het bedrijf ontdekte een nieuwe vorm van malware die werd gebruikt tijdens de SolarWinds-hack die in december plaatsvond. Vermoedelijk Russische staatshackers wisten toen binnen te dringen bij het bedrijf SolarWinds en infecteerden daar de netwerkmonitoringtool Orion. Op die manier konden ze binnendringen bij ministeries en bedrijven. Tot nu toe hadden beveiligingsbedrijven en onderzoekers drie soorten malware gevonden waarmee de hackers binnenkwamen, maar daar komt er nu nog een bij.
Symantec noemt de malware Raindrop. Die werd pas in een laat stadium van de hack gebruikt. De aanvallers gebruikten aanvankelijk de malware Sunspot om bij SolarWinds binnen te dringen. Eenmaal binnen infecteerden ze de Orion-software met de Sunburst-malware. Die werd bij bedrijven geïnstalleerd via een geïnfecteerde update. Eenmaal op die systemen werd Sunburst gebruikt om de malware Teardrop in te zetten. Teardrop legde onder andere een verbinding naar een command-and-control-server, waar het de software van Cobalt Strike downloadde. Daarmee konden hackers op verschillende manieren door systemen heen bewegen.
Volgens Symantec lijkt Raindrop erg veel op Teardrop. Raindrop is net als Teardrop een loader waarmee de Cobalt Strike-payload werd gedownload. Toch zegt Symantec dat er een aantal belangrijke verschillen zijn. Met name de manier waarop Raindrop werd geïnstalleerd is onduidelijk. Raindrop verscheen op systemen waar de Sunburst-malware ook op stond, maar lijkt niet via de Sunburst-backdoor te zijn geïnstalleerd. Het bedrijf zegt nog niet te weten hoe de malware dan op de systemen kwam.
Het bedrijf speculeert dat Raindrop mogelijk via PowerShell is gedownload. Sunburst was een fileless malware die onder andere via een shell commando's kon uitvoeren en zo weinig sporen achterliet. Het is echter niet zeker dat de malware zo binnen kwam. Er zitten daarnaast ook een aantal verschillen tussen de malwarevarianten, bijvoorbeeld in de manier waarop die zichzelf onzichtbaar maken.