Een Duitse privacytoezichthouder heeft een voorwaardelijke boete van meer dan tien miljoen euro uitgedeeld aan een bedrijf dat werknemers in de gaten hield met beveiligingscamera's. Dat is tegen de Europese privacywetgeving.
De lokale privacytoezichthouder van de deelstaat Nedersaksen deelde de boete uit aan een computerverkoper, Notebooksbilliger.de AG. Het bedrijf hield werknemers ruim twee jaar lang in de gaten met videocamera's. Die stonden in de werkplaatsen, maar ook in magazijnen en zelfs algemene ruimtes. Volgens de toezichthouder werden de beelden in de meeste gevallen zestig dagen bewaard. Dat is 'veel langer dan nodig'.
Volgens het bedrijf was het cameratoezicht nodig om diefstal uit de magazijnen tegen te gaan. De privacywaakhond vindt dat geen goede reden. "Cameratoezicht is alleen toegestaan als er specifieke aanwijzingen tegen bepaalde personen zijn. In dat geval is het toegestaan hen voor een korte tijd te volgen met camera's." Dat was bij Notebooksbilliger.de niet het geval, zegt de toezichthouder. "Videosurveillance werd daar niet gebruikt voor bepaalde tijd of tegen specifieke personen." Naast werknemers werden ook klanten onterecht gefilmd omdat er camera's in het verkoopgedeelte van de winkel hingen.
De toezichthouder zegt dat cameratoezicht een 'grote inbreuk op het recht van privacy' is en dat bedrijven dat niet zomaar mogen inzetten. "Bedrijven moeten begrijpen dat ze ernstige inbreuk plegen op de rechten van hun werknemers", zegt de toezichthouder.
Het bedrijf overtreedt met het cameratoezicht de AVG en kan daarom maximaal een boete van twintig miljoen euro of vier procent van de jaaromzet krijgen. Het gaat nu nog om een voorwaardelijke boete die de computerverkoper niet hoeft te betalen als het zijn camerasysteem aanpast.