Kernenergie kan een serieuze optie naast energie uit wind en zon zijn. Dat is een conclusie uit een onderzoek waarbij is gekeken naar de rol van kernenergie in de mix van energiebronnen. Het zou ook niet duurder zijn dan energie uit wind en zon.
De conclusie wordt onderbouwd met de constatering dat de kosten van kernenergie vergelijkbaar zijn met die van energie uit wind en zon, als alle kosten op dezelfde manier worden meegenomen in de berekening. Momenteel worden de extra kosten die voortvloeien uit zonne- en windenergie niet meegenomen in de berekeningen; deze worden afgewenteld op de netbeheerder en indirect daarmee ook in bepaalde mate op de consument. Bij deze extra kosten kan gedacht worden aan netwerkkosten, kosten voor balanceren van het net en aansluitingskosten.
Een belangrijke voorwaarde voor het bereiken van een concurrerende prijs van kernenergie is wel dat Nederland met een of meer kerncentrales aansluit bij de bestaande seriebouw van buitenlandse kerncentrales, omdat de constructietijd sowieso al lang is. Verder stelt het onderzoek dat levensduurverlenging van een kerncentrale over het algemeen de goedkoopste manier is om CO2 te besparen en daarmee dus voordeliger is dan zon en wind.
Heleen de Coninck, hoogleraar klimaatbeleid aan de TU Eindhoven, plaatst enkele kanttekeningen bij de conclusies van het onderzoek. In een interview met RTL Z zegt ze dat de uitkomst dat de kosten voor kernenergie wel meevallen, afhangt van de aannames die je doet. Een voorbeeld van zo'n aanname is dat kerncentrales permanent draaien. Dat kunnen ze volgens haar technisch ook prima aan. Maar tegen de tijd dat we een kerncentrale hebben, volgens De Coninck misschien tegen 2035 of 2040, hebben we ook heel veel hernieuwbare energie. "Dat willen we eigenlijk voorrang geven op het net. Dat betekent dat een kerncentrale veel minder lang aan staat, waardoor de kWh-prijs hoger wordt. Dus het is de vraag of de kostenaannames uit de studie van het ministerie wel steek houden. Ze zijn niet helemaal in lijn met de wetenschappelijke literatuur daarover".
Overigens was De Coninck hoofdauteur van het rapport van het VN-orgaan Intergovernmental Panel on Climate Change, waarin werd geconcludeerd dat er binnen twintig jaar drastische maatregelen genomen moeten worden om te voorkomen dat de temperatuur met meer dan 1,5 graad stijgt. De wetenschapper stelt dat Nederland niet per se een logische keuze is voor een nieuwe kerncentrale, omdat het land niet echt een eigen industrie voor kernenergie heeft en omdat de wet- en regelgeving opnieuw moet worden opgestart. Dat betekent dat het nog wel een aanzienlijke tijd zal duren voordat het realiteit kan worden. Ook benadrukt De Coninck dat de investeringskosten heel hoog zijn en dat dat alleen is op te brengen als de overheid bijspringt. Ze wijst erop dat de nieuwe kerncentrales nu vooral worden gebouwd in landen waarin de elektriciteitssector in handen is van de overheid, zoals China. In Nederland is dat niet het geval.
Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau ENCO in opdracht van minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat. Hiermee zegt hij uitvoering te hebben gegeven aan de motie Yeşilgöz-Zegerius/Agnes Mulder, waarin werd gevraagd aan de regering om onderzoek te doen naar de mogelijke rol van kernenergie in de energiemix en daarbij de kosten en voorwaarden van de bouw van nieuwe kerncentrales in andere landen in beeld te brengen.