De Amerikaanse registrar Namecheap betoogt dat Icann en Verisign, de twee organisaties die verantwoordelijk zijn voor de groothandel in .com-domeinen, de prijzen in de komende jaren te veel laten stijgen. Het beleid is echter nog niet definitief en reageren kan tot en met vrijdag.
De Icann kondigde op 3 januari aan dat het een overeenkomst met Verisign had gesloten voor een prijsstijging voor .com-domeinen met maximaal zeven procent per jaar. Dat zou dan telkens in de laatste vier jaar van blokken van zes jaar mogen. Het eerste blok van zes jaar begon in oktober van 2018. Volgens het rekenvoorbeeld van Namecheap kan een .com-domeinnaam vanaf nu binnen tien jaar zeventig procent duurder zijn en volgens dat systeem 'groeien de bomen tot in de hemel', aldus de registrar. Verisign is de registry operator van het .com-topleveldomeinn.
De Icann benadrukt in de bekendmaking dat het 'geen prijsregelaar is en die taak overlaat aan het Amerikaanse ministerie van Commercie en ministerie van Justitie'. Het .com-domein is uiteindelijk onderhevig aan Amerikaans gezag, ook als registratie en uitbating van dat domein niets met Amerika te maken hebben. Dat bleek uit een dergelijk scenario dat zich in 2012 afspeelde.
De Amerikaanse regering gaf op haar beurt in 2018 groen licht aan de Icann om prijsverhogingen toe te laten. In de bekendmaking daarvan werd de zet gemotiveerd met 'het feit dat cctld's, de nieuwe gtld's en het gebruik van sociale media een dynamischere domeinenmarktplaats heeft opgeleverd'.
Namecheap beklaagt zich verder in zijn betoog over het feit dat de Icann 20 miljoen dollar krijgt, verspreid over vijf jaar, in het kader van de nieuwe overeenkomst, om de 'stabiliteit en veiligheid van het domeinnaamsysteem te verbeteren', zonder uit te leggen waarom Verisign dit bedrag betaalt, hoe het geld concreet uitgegeven wordt en wie toezicht houdt op die uitgaven.
Tot slot is Namecheap kritisch over de passage in de nieuwe overeenkomst waarin staat dat Verisign, via een proxy, straks zelf ook .com-domeinnamen mag verkopen, wat het nu nog niet mag.
Tot en met vrijdag 14 februari is iedere internetgebruiker vrij om zijn visie te geven op de voorgestelde aanpassingen aan het prijsbeleid. Namecheap roept gebruikers daartoe op, maar claimt tegelijkertijd dat de Icann de gewoonte heeft om deze input vanuit de internetgemeenschap naast zich neer te leggen.