De provincies Gelderland en Overijssel starten een pilot 'slim laden', waarbij ze de inzet van variabele laadprofielen testen om elektrische auto's op te laden. Dat moet overbelasting van het energienet tegengaan. In totaal plaatsen de provincies 4500 nieuwe laadpunten.
Een woordvoerder van de provincies en de partnerbedrijven Enexis en Alliander zegt: "Door meer gespreid over de dag te laden, gebruiken we meer energie uit zon en wind en voorkomen we overbelasting tijdens de drukke uren." Op een eerder gepubliceerde pagina staat dat er rekening wordt gehouden met de beschikbaarheid van energie op het elektriciteitsnet en dat mensen sneller kunnen laden in de daluren dan in de piekuren. De drie jaar durende proef gaat samen met de aanschaf van 2250 Ecotap-laadpalen met elk twee laadpunten. Bewoners van in totaal 43 gemeenten kunnen een laadpunt aanvragen, dat 'zoveel mogelijk gebruikmaakt van lokaal opgewekte, duurzame energie'. De prijs ligt op 15 eurocent per kWh.
Matthijs Nieuwenhuis van Living Lab Smart Charging, een stichting die gericht is op efficiënt laden en betrokken is bij de proef, zegt tegen de NOS dat 'het niet handig is als iedereen rond dezelfde tijd gaat laden' op het moment dat er door een snelle groei steeds meer elektrische auto's komen. Zo zou het Nederlandse net veel aankunnen, maar niet als alle autobezitters op hetzelfde moment gaan laden. Dan zou het nodig zijn om 'bij te stoken' met kolencentrales, in plaats van duurzame energiebronnen te gebruiken. Er zou daarom een gedragsverandering nodig zijn onder elektrische rijders.
Nieuwenhuis geeft het voorbeeld dat normaal gesproken iemand om 18.00 uur thuiskomt en dan de auto 'aan de stekker gooit'. Het alternatief moet dan zijn dat de eigenaar ook via een app aan de paal kan doorgeven dat er aanvankelijk alleen een kleine hoeveelheid bijgeladen hoeft te worden, bijvoorbeeld voor noodgevallen, om vervolgens in de nacht volledig op te laden.