Het Duitse Bundesgerichtshof heeft in hoger beroep geoordeeld dat beelden die zijn opgenomen met een dashcam, als bewijs gebruikt mogen worden in civiele zaken waarbij een verkeersdeelnemer na een aanrijding zijn schade probeert te verhalen.
Het Duitse hof herhaalt de geldende opvatting dat ingeleverde video-opnames afkomstig van een dashcam in principe ontoelaatbaar zijn, omdat daarmee het strenge Duitse recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt aangetast. Dit verbod om dashcambeelden te gebruiken geldt echter niet automatisch in aansprakelijkheidszaken.
De rechtbank vindt dat het belang voor de eiser om in staat te worden gesteld om met bewijs te komen, ook zwaar weegt en dat rechters in de belangenafweging tussen de privacy en de mogelijkheid van de getroffene om voor zijn rechten op te komen, de zaak mogen beoordelen aan de hand van de omstandigheden van het geval.
Daarmee is er geen categorisch verbod op het gebruik van dashcambeelden in civiele zaken. Voor strafrechtelijke zaken, waarbij de beelden bijvoorbeeld kunnen worden doorgespeeld aan de politie, zodat kan worden vastgesteld wie verantwoordelijk is voor bijvoorbeeld een misdrijf, geldt het verbod nog wel. In dat kader kreeg een automobiliste in oktober 2017 nog een boete van een Duitse rechter, omdat ze met dashcambeelden nogal veel van de omgeving had opgenomen.
In de huidige zaak ging het om twee voertuigen die met de zijkanten tegen elkaar botsten, terwijl ze op twee parallelle afslagen naar links reden. Er was onenigheid over de vraag wie van zijn baan was afgeweken en verantwoordelijk voor de botsing was. De eiser had een dashcam en vorderde een schadevergoeding. Deze eis werd afgewezen met het oog op de privacyregels. De eiser ging in beroep en kwam uit bij het Bundesgerichtshof, die de zaak nu heeft terugverwezen naar de lagere rechter.
Het Bundesgerichtshof keurt niet alle dashcambeelden zomaar goed voor gebruik in civiele zaken. Het mag bijvoorbeeld geen permanente, doorlopende registratie zijn van alle gebeurtenissen op en langs het verkeerstraject. Dat is volgens de rechtbank namelijk disproportioneel en niet noodzakelijk voor het belang van het verkrijgen van bewijs. Volgens het hof is het technisch mogelijk om de dashcam zo in te stellen dat een kortere opname wordt gemaakt en dat deze alleen wordt opgeslagen bij een botsing of als de auto hard afremt.