Apple moet een boete van 506 miljoen dollar betalen vanwege inbreuk op een patent over processortechnologie van een Amerikaanse universiteit. Het bedrijf werd in 2015 schuldig bevonden. De boete is gestegen omdat Apple nog een jaar van de technologie gebruikmaakte.
Apple werd in 2015 door een Amerikaanse jury al schuldig bevonden wegens patentinbreuk. Toen werd een boete opgelegd van 234 miljoen dollar, omgerekend 201 miljoen euro. Reuters meldt dat een Amerikaanse rechter het boetebedrag meer dan verdubbeld heeft door er 272 miljoen dollar bij op te tellen. Dit is omdat Apple nog inbreuk bleef maken op het patent tot dit in december 2016 afliep. Het patent komt uit 1998 en werd aangevraagd door de universiteit van Wisconsin, die de in het patent omschreven techniek ontwikkelde.
Het patent heeft betrekking op technologie voor een zogeheten 'predictief circuit' dat processors efficiënter maakt door te voorspellen welke instructies uitgevoerd moeten worden. De Wisconsin Alumni Research Foundation, de tak van de Amerikaanse universiteit die licenties voor zijn patenten uitgeeft, spande in 2014 de rechtszaak aan omdat Apple het patent zou schenden in de A7-, A8- en A8X-socs die het bedrijf gebruikte in zijn iPhones en iPads.