Er zal plek blijven voor interfaces op computers met schermen en toetsenborden, ondanks de opkomst van stemassistenten. Dat zegt een topman van Microsofts digitale assistent Cortana in een uitgebreid achtergrondverhaal over kunstmatige intelligentie bij het Redmondse bedrijf.
Het hangt er maar net vanaf wat de gebruiker aan het doen is, zegt Marcus Ash van Microsoft Cortana in het achtergrondverhaal van Wired. "We denken dat in sommige gevallen spraak handiger is, bijvoorbeeld als ik mijn handen vol heb of ik snel iets wil zeggen en een antwoord krijgen. Maar er zullen net zoveel gevallen zijn waarin iets intypen geschikter is."
Stemassistenten met kunstmatige intelligentie hebben afgelopen jaren een grote opmars gemaakt. Amazon kwam als eerste met een slimme speaker in de vorm van Echo, met stemassistent Alexa. Apple had toen al enkele jaren Siri in de iPhone zitten, Google heeft Assistant en Home en Microsoft bracht Cortana eerst uit op Windows Phone en vervolgens op Windows 10.
Hoewel Microsoft Cortana later uitbracht dan sommige concurrenten hun digitale assistenten, blijkt in het achtergrondverhaal dat het volgens het bedrijf nog niet te laat was. Volgens Harry Shum, die de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie leidt, maakt Microsoft zich ook geen zorgen dat veel aandacht uitgaat naar Amazon Alexa. "We denken dat het erg vroeg in de race is. Digitale assistenten zullen beter worden, maar een algemeen begrip, het cognitieve deel van kunstmatige intelligentie, staat in de kinderschoenen."
Het artikel gaat onder meer in op het interne comité dat in de gaten houdt of Microsoft wel het goede doet met zijn kunstmatige intelligentie. De wetenschappers die voor bedrijven als Microsoft werken zouden in de gaten hebben dat ai, net als de atoombom destijds, ten goede en ten kwade kan worden gebruikt. Tweakers publiceerde onlangs een achtergrondartikel over waarden en bias in ai, aan de hand van interviews met mensen die bij Google daaraan werken.