Microsoft heeft aangekondigd vanaf 31 maart 2016 adware-programma's die gebruikmaken van man-in-the-middle-methodes te gaan verwijderen van Windows-systemen. De stap volgt op enkele incidenten met man-in-the-middle-technieken.
Volgens Microsoft zijn adware-programma's zo veranderd dat de eerdere controlemethode uit 2014 niet meer voldoende is. Via zogenoemde man-in-the-middle-methodes kan adware nog steeds, in de woorden van Microsoft, 'de keuze en controle bij gebruikers weghalen.' Voorbeelden van deze methodes zijn het injecteren van advertenties door middel van een proxy, het veranderen van de dns-instellingen en het manipuleren van netwerklagen. Met deze technieken wordt de controle van de browser omzeild. Om deze praktijken te voorkomen gaat Microsoft vanaf 31 maart 2016 controleren dat adwareprogramma's die advertenties tonen in browsers, ook echt alleen gebruikmaken van de mogelijkheden die de browser daar voor biedt. Doet de adware dat niet, dan wordt het programma door de Windows-beveiliging verwijderd.
Microsoft breidt met de actie zijn in april 2014 geïntroduceerde model uit. Dat model vereist al dat adware die advertenties toont buiten zijn eigen software, aan bepaalde voorwaarden moet voldoen. Zo moet de getoonde advertentie een duidelijke methode hebben om te worden afgesloten en moet de naam van het programma dat de advertentie maakt zichtbaar zijn. Daarnaast moet de adware standaard een deïnstallatie-optie hebben.
Met de actie lijkt Microsoft verder in te spelen op de man-in-the-middle-problemen die zowel Dell als Lenovo naar Windows brachten met certificaten. In het geval van Lenovo ging het om software die standaard op systemen stond en die advertenties met behulp van het certificaat in de browser injecteerde en het surfgedrag van de gebruiker in kon zien. Hierdoor verzwakte de adware de beveiliging van browserverbindingen van computers. Met de nieuwe door Microsoft gestelde voorwaarden zou adware weer meer aan banden moeten worden gelegd.